28 NOVEMBER 1968 825 niets had te zeggen. Hij stelt zich echter voor dat het altijd zo was dat hoofdstuksge- wijze de gelegenheid werd gegeven in het kort een algemene beschouwing te geven over de takken van dienst. De VOORZITTER zegt dat dit zo mag zijn, maar dat dit naar zijn opvatting minstens zou betekenen dat het schriftelijk zou zijn geprepareerd. Als hij deze weg zou opgaan - waarbij dus het spel van vraag en antwoord niet zal worden gehandhaafd - zou men van de wal in de sloot komen. Dat is èn voor het college èn voor de preparatie niet een juiste zaak. Hierna wordt de begroting van het openbaar slachthuis vastgesteld. b. Woningbedrijf A c. Woningbedrijf B Deze begrotingen worden vastgesteld. d. Hypotheekbank De heer VAN BANNING heeft uit het antwoord begrepen dat er sedert 11 mei 1966 geen nieuwe leningen meer zijn verstrekt. Hij vraagt of het ook niet meer in de bedoeling ligt. Gaat het hier eigenlijk om een hypotheekbank in afwikkeling? In het antwoord is gesteld, dat de hypotheekbank ook garanties voor de betaling van rente en aflossing van door derden verstrekte hypothecaire leningen administreert. Naar zijn mening behoeft het verlenen van garanties geen specifieke taak van de hypotheekbank te zijn. Ook wil hij nog vragen door wie het beheer wordt uitgeoefend en of het be heer is ingedeeld bij een bepaalde dienst? Wethouder BROEDERS zegt dat de hypotheekbank in de afdeling financiën is inge bouwd. Tot een van de werkzaamheden behoort de beoordeling van verzoeken garantie te verlenen op de nodige hypotheken bestemd voor de financiering van particuliere nieuwbouwwoningen. Deze beoordeling gaat gepaard met een grondig onderzoek. Op de afdeling financiën is een man werkzaam die in deze materie bijzonder goed thuis is. De hypotheekbank heeft dus een aan één kant aflopende taak, aan de andere kant blijft zij werkzaam in de sector bevordering eigen woningbezit. De heer VAN BANNING merkt op nog geen antwoord te hebben gekregen op de vraag of het de bedoeling is in de toekomst hypotheken te verstrekken. Wethouder BROEDERS zegt dat, zoals het er nu voorstaat, dit niet is te verwachten, er is immers een rijksregeling gekomen. Hierna wordt de begroting van de hypotheekbank vastgesteld. e. Vervoerbedrijf De heer VAN WERKHOOVEN heeft tot zijn grote vreugde gelezen dat de noodzake lijke verbetering van de huisvesting in 1969 is gepland. Aangenomen mag dus worden dat in het jaar 1969 zal worden begonnen met de bouw van een nieuwe werkplaats. Spreker juicht dit van harte toe en zal het college vragen - liefst voor de datum van uitvoering met een reëel plan te komen. Door de noodoplossing zal er wel een stuk verbetering komen maar realisering van de werkelijke nieuwbouw is van groot belang Hij hoopt dat het college er de nodige aandacht aan zal schenken. Spreker wil nog een vraag stellen over de huisvuilophaaldienst, hoewel hij heel goed weet daarmede buiten de orde te gaan. Hij was laatst in Amsterdam

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 851