28 NOVEMBER 1968 831 inziens fout. Het college wil de prijzen van Wolfslaar met 20 tot 25% verhogen met het motief dat het een verwarmd bad is. Het Ei is echter niet verwarmd, doch ook daar een verhoging van 20 tot 50%. Spreker meent dat dit de eerste fout is. Een tweede fout is deze: als op een goede zomerse dag een top van 15.000 personen wordt ver kregen, dan acht hij het niet reëel dat die moeten betalen voor de bezoekers die op een koude dag komen. Dit is toch niet eerlijk! Het college zegt bij de behandeling dat er een relatie is tussen het Ei en Wolfslaar. Die relatie wil spreker een sociale betekenis geven. De tariefsverhoging voor het Ei zal naar zijn mening ongeveer 10.000,— meer gaan opleveren, wat ten opzichte van Wolfslaar is te verwaarlozen. Spreker wil een zwembad houden voor de gewone man, het kind dat nog moet woekeren met zijn tractement, moet ook goedkoop kunnen zwemmen. Hij wil dus een dagtarief van 0,50 voor de leeftijd beneden de veertien jaar en 0,75 voor boven die leeftijd en dat wil hij gehandhaafd zien. Spreker is wel akkoord met de tariefsverhoging voor de abonnementen en voor de ijsbaan. In het Algemeen Dagblad heeft spreker gelezen dat NAC niets voelt voor een fusie. Hij wil de raad het hele verhaal besparen, maar er staat wel in dat de gemeente weer de schuld van alles krijgt. Als dat zo is dan voelt spreker ook een stukje schuld. Er wordt ook gesproken over een 5-jarige financiële garantie en een subsidie voor de amateur-afdeling. Het college zegt in zijn antwoord: „Er is onvoldoende aanleiding ge weest voor informatie". Spreker moet zeggen dat dit voorzichtig is gesteld. Hij ge looft het college graag, maar een krant geeft toch ook bepaalde gevoelens weer. Wie speelt of waar wordt nu hoog spel gespeeld Dit zou spreker toch wel graag weten en collega raadsleden wachten met hem op de voor deze kwestie toegezegde informele raadsvergadering. Aan deze zaak wil spreker nog koppelen de aan te vangen bouw van een tribune op het NAC-terrein. Dit moet toch met toestemming van het college of van openbare werken gebeuren. Graag zal hij positief en duidelijk weten of dit via het college is gegaan. Spreker dankt voor de beantwoording van de door hem gestelde vragen 79 en 80. Er is toegezegd „zo spoedig mogelijk", maar hij zou graag weten wat de uitleg is van dit „zo spoedig mogelijk". In dit verband zijn enige sporten te noemen die beslist niet voorkomen in het 5-jarig investeringsplan. Een sportnota vindt spreker belangrijk in verband met het bijblijven van de sportdienst. Dat moet gebeuren via onderzoek en studie en men kan dan tijdig bijsturen met betrekking tot de wensen die onder de jeugd leven. „Zo spoedig mogelijk" is ook van belang voor de nota „spelpeilverbete ring". Er zou zijns inziens helaas een commissie moeten komen als een „zo spoedig mogelijk" echt na deze 5 jaar komt. Het spijt hem daarbij te moeten zeggen dat de commissie spelpeilverbetering dan helaas de eindstreep niet heeft gehaald. Eigenlijk was spreker niet van plan iets te zeggen over het zwembad-noord, maar zijn fractievoorzitter heeft gezegd dat spreker er iets van zou gaan zeggen, dus gebeurt het, zo is nu de discipline! De heer VAN LOON constateert dat de heer van Herpen toch weer gelijk krijgt. De heer KRAMER stelt dat iedereen van de noodzaak van dat zwembad overtuigd is. Vóór 1968 is er meerdere malen over het zwembad-noord gesproken. Nu is er in 1968 de opdracht aan de architect, in 1969 is de opdracht besteksklaar, in 1970 kredietaan vrage plus aanvang van de bouw, in 1971 bouwen en als alles goed gaat in 1972 de oplevering en wel achterin dat jaar. Om technische redenen zou hier dus telkens een jaar tussen vallen. Hier gelooft spreker niet in, de techniek - en als technicus vindt hij het jammer dit te moeten zeggen wordt hier tekort gedaan. De techniek is verder. De planning zal hij voor deze belangrijke zaak blijven volgen. Het begrip „niet geldelijk rendabel investeringsplan" is een mond vol, maar toch vindt spreker het een rare naam. Inzake de ijssport hinkt het college op twee gedachten. Bij vraag 45 wacht het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 857