832
28 NOVEMBER 1968
op particulier initiatief en in het antwoord op vraag 50 spreekt het college over „an
dere accommodaties hebben een grotere urgentie". Spreker bestrijdt de uitdrukking
„grotere urgentie", op grond waarvan is die grotere urgentie? Hij stelt voor hierover
een hearing te organiseren en dan mag daarbij verteld worden dat er iets anders moet
wachten of opzij moet worden geschoven. Dan gelooft hij nog, dat er iets voor de ijs-
sport uit de bus zal komen. Hij waardeert de aandacht die „De Stem" hieraan heeft
besteed in de uitgave van 1 november j.l. Deze aandacht kan verhelderend werken. In
de vijf jaar van het plan kan niets worden gevonden wat betrekking heeft op de
schaatssport, waarvoor zoveel belangstelling is. Men kan hiervoor wel eens verwijzen
naar Den Bosch en naar Tilburg. Spreker verwacht niet dat het vooraan op het investe
ringsplan zal komen, hij verwacht ook niet dat het college direct zegt het te gaan
doen. Er moet echter wel 200.000,a 300.000,te vinden zijn in de
9.000.000,die aan de sport zal worden besteed. Daarom wil hij nu niet meer vra
gen dan voor de schaatssport iets te plannen in de eerstkomende 1 a 2 jaren, zodat de
schaatsers enig perspectief kan worden geboden.
Mevrouw JAGER is verheugd met het gereedkomen van de gymnastieklokalen en zij
hoopt dat de bouw van de volgende series niet te lang op zich zal laten wachten. Het
is misschien ook nog mogelijk de veilinghal voor sport aan te passen.
Zij vraagt zich af of in de naaste toekomst niet meer sporthallen kunnen worden ge
bouwd, te denken is hier b.v. aan Pelikaanhallen. Deze kosten weliswaar 800.000,
maar blijken in de praktijk zeer goed te voldoen. Er is nu eenmaal een grote behoefte
aan ruimten voor indoorsporten.
Spreekster wil ook aandacht vragen voor een kunstijsbaan en voor een wielerbaan. Er is
gezegd dat deze voor de gemeente niet op te brengen zijn tenzij het college bereid zou
zijn iets van de wat overtrokken plannen te laten vallen om in b.v. Breda-noord te ko
men tot een combinatie van een overdekt zwembad plus overdekte wielerbaan. Een
dergelijke voorziening zou diverse mensen in Breda en in de regio zeer verplichten en
allerwege zal sympathie worden ondervonden voor deze maatregel, welke van een
modern beleid zou getuigen.
Spreekster zegt dat de voorgestelde tarievenverhoging van 50% haar zwaar op de maag
ligt. Het college doet in het vraag- en antwoordboek uitvoerig uit de doeken waarom
dit wordt voorgesteld. Het spijt haar dat zij het hiermee niet eens kan zijn. Dat nu
juist voor de binnensporten een tariefsverhoging moet komen is voor haar een raadsel.
De verhoging zou plaats moeten hebben door het grotere verbruik dan aanvankelijk
was gedacht. Het gevolg van de prijsstijging zal evenwel zijn dat velen zullen proberen
in andere gemeenten onderdak te vinden. Dat vindt spreekster een heel nare zaak want
het is haar vaste overtuiging dat iedereen die dat zou willen van het centrum gebruik
zou moeten kunnen maken, ook de minder financieel-draagkrachtige clubs. Dit vooral
als zij niet in het bezit zijn van subsidies. In dit verband is tevens niet te begrijpen
dat gedacht wordt aan een bedrag van 400.000,voor een clubhuis aan de Claudius
Prinsenlaan en de daaruit voortvloeiende jaarlijkse exploitatie-lasten. Hoe moet dit nu
worden gezien tegenover de zware tariefsverhoging van het sportcentrum Spreekster
kan zich dus niet verenigen met de verhoging van 50% van de tarieven voor het
sportcentrum. Met de tariefsverhoging van de zwembaden kan zij zich wel verenigen,
alhoewel zij zich er bepaald niet gelukkig mee voelt. Zij vraagt echter het college wel
om bij de verhoging van de leskaarten dezelfde procedure te volgen als bij de abonne
menten. Het is immers bekend dat bij verschillende grote gezinnen vaak meerdere kin
deren tegelijk lesnemen vanwege de practische reden dat andere broertjes of zusjes de
kleinere kinderen meenemen, zodat moeder niet altijd mee hoeft. Als een jong gezin
drie kinderen les laat nemen dan moet men al 60,meer betalen, alleen al voor het
lesnemen. Zij zou willen voorstellen: 20,voor het eerste kind, 15,voor het
tweede kind en verder aflopend. Het is van bijzonder groot belang dat alle kinderen
zwemdiploma's hebben.
Er zijn nog veel wensen over voor de voorzieningen in de sportsector, voorzieningen die