85
31 JANUARI 1968
mijn zou moeten of kunnen worden ingehaald, is het toch feitelijk
onverdraagzaam dat praktisch niets gebeurt om aan deze duidelijke
achterstelling een einde te maken.
Weliswaar zijn de vergoedingen per leerling de laatste jaren steeds
verhoogd, doch een en ander was meer het gevolg van het gestegen
kostenpeil dan van het streven naar inlopen van deze historische ach
terstand.
Vooral voor schoolbesturen met meerdere of veel scholen, welke be
sturen zich ter verzorging van het vele administratieve werk moeten
doen bijstaan door full-time medewerkers, blijkt de vergoeding niet
toereikend te zijn om dit noodzakelijk werk mede te bekostigen.
De bijdrage die de besturen van bijzondere scholen binnen het totaal
van de vergoeding ontvangen voor het gedeelte dat geacht wordt te
dienen tot uitgaven ter verzèkering van de goede gang van zaken van
het onderwijs, is beslist te laag om hieruit ook de dringend noodzake
lijke kosten van externe begeleiding van het bijzonder onderwijs te
bekostigen.
Als wij het tot heden toegepaste systeem blijven volgen, dan zou dit
binnen afzienbare tijd wel eens kunnen betekenen dat de vergoeding
per leerling op een onaanvaardbaar laag bedrag zou moeten worden
bepaald.
Tijdens de hoofdstuksgewijze behandeling van de onderwijsbegroting
zal namens mijn fractie nader uitvoerig op deze materie worden te
ruggekomen.
Bij de behandeling van Uw voorstel tot aanstelling van psychologen
in gemeentedienst is over het onderwijs en de randdiensten van het
onderwijs uitvoerig gesproken.
De kwalitatieve verzorging van het onderwijs en de uitwendige con
ditionering daarvan vragen nog veel studie en overleg.
Deze studies vinden plaats op velerlei niveaus. Het zou weinig rele
vant zijn daar in dit stadium veel over te zeggen.
Vele nieuwe en zich wijzigende inzichten moeten nog bij velen rij
pen.
Er is bij het katholiek onderwijs dacht ik een duidelijk streven merk
baar naar meer interne coördinatie en ook wel naar een groeiende be
reidheid tot overleg en samenwerking op die terreinen waar zulks met
behoud van eigen verantwoordelijkheid mogelijk en gewenst is.
HUISVUILVERWIJDERING.
Verschillende malen reeds heb ik mijn verontrusting uitgesproken o-
ver mogelijkheid van vuilverwijdering en verwerking op langere ter
mijn. Sinds kort is het vuilstorten in de leemputten onder Bavel be
gonnen. Naar mijn mening bieden de hier gegraven en te graven put
ten op langere termijn geen mogelijkheid tot blijvend storten.
Ik wil Uw college slechts vragen deze ontwikkeling nauwlettend te
volgen.
Mijnheer de voorzitter, ik wil het hierbij laten. Ik wil daarbij de ver-