29 NOVEMBER 1968
842
betreft een beetje op dood spoor staan, althans als raadslid heeft hij dat gevoel, ter
wijl er toch eigenlijk op dit gebied iets zou moeten gebeuren. Als er gezegd wordt,
dat in andere steden de voorzieningen ook uit particulier initiatief zijn voortgeko
men, dan verwacht hij, dat het college eens met die mensen, die daar het initiatief
genomen hebben, zal gaan praten. Men hoeft toch niet altijd te wachten totdat de
mensen op het spreekuur komen. Spreker meent, dat de heer van der Zwan zojuist een
keurige uiteenzetting heeft gegeven over de tariefverhogingen. Voor wat het sport
centrum betreft gaat hij met het aanvullend voorstel van het college akkoord. Voor
de gewone man mogen er geen moeilijkheden met betrekking tot sportbeoefening
bestaan. Met pijn in het hart kan r.ij ook nog met de tariefverhoging voor Wolfslaar
akkoord gaan, maar hij kan niet instemmen met een tariefverhoging voor het Ei.
Spreker handhaaft zijn voorstel om de tarieven voor het Ei te laten zoals die mo
menteel zijn en hij zal dit voorstel straks gaarne in stemming brengen.
De VOORZITTER wijst de heer Kramer en ook anderen, die met officiële voorstellen
en amendementen gaan werken, op artikel 21 van het reglement van orde.
De heer QUADEKKER zegt, dat hij gisteren en ook weer vandaag dezelfde zin van
de wethouder heeft gehoord wanneer hij antwoord geeft op het verzoek om een
kostenbegroting van een 50-meterbad aan de raad te willen overleggen. Zowel giste
ren als vandaag heeft hij gezegd: „Laten we één ding afspreken, n.l. dat de plannen
op generlei wijze worden getraineerd". Hierbij zegt spreker een addertje onder het
gras te voelen. Het wil zoveel zeggen als: we gaan gewoon door met het bouwen
van een 25-meterbad en dan kun je straks nog wel te zien krijgen wat een 50-meter
bad zou hebben gekost. Dit laatste wil spreker toch wel graag voorkomen.
De heer VAN LOON zegt, dat de tariefverhogingen van de zwembaden en van het
sportcentrum nog al wat voeten in aarde hebben. Voor wat het sportcentrum be
treft zegt hij van mening te zijn, dat de verhoging wel wat abrupt wordt doorge
voerd, hetgeen de wethouder overigens heeft toegegeven. Hij heeft nogal wat moeite
met deze verhoging, omdat het effect ervan zich mogelijk eerst na september 1969
zal manifesteren. Nu door het college is toegezegd, dat de tarieven van het sport
centrum slechts met 25% verhoogd zullen worden, kan hij zich met dit laatste voor
stel verenigen. De opmerkingen van de heer Kramer ten aanzien van het Ei spreken
hem wel aan. Het Ei is een zwembad waaraan de laatste jaren niets is gedaan en het
is ook niet te verwachten, dat er de eerstkomende jaren iets aan gedaan zal worden. In
verband hiermede acht hij het niet gerechtvaardigd de tarieven te verhogen.
Dat de tarieven van Wolfslaar de laatste drie jaar niet zijn verhoogd zegt hem niets.
Hij heeft er begrip voor dat de exploitatielasten zijn gestegen, doch daar tegenover
verkeren we in de gelukkige omstandigheid, dat het grote aantal bezoekers die ex
ploitatielasten heeft opgevangen en als het uitgangspunt gehandhaafd wordt, n.l. dat
de kapitaallasten ten laste van de algemene dienst komen, dan worden, zoals de heer
van der Zwan heeft becijferd, de exploitatielasten geheel gedekt. De wethouder heeft
dat gisteren toegegeven, maar erbij gezegd, we zaten met een gat in de begroting
van 75.000,en dat gat moest worden gestopt.
Spreker vraagt zich in gemoede af, of het juist is daarvoor alleen de verhoging van
de tarieven van Wolfslaar te gebruiken. Voor zichzelf is hij tot de conclusie gekomen,
dat dit niet rechtvaardig is. Hij voelt er dan ook veel voor om het voorstel van de
heer van der Zwan te steunen. Als de uitkomsten van 1967 en 1968 bekend zijn en
die zouden aanleiding geven tot tariefverhoging, dan kan dat altijd nog voor 1 mei
a.s. gebeuren.
De heer KROON zegt nog even het antwoord van de wethouder op het voorstel van
de heer van der Zwan te willen afwachten om zijn houding ten aanzien van het
voorstel tot tariefverhoging te bepalen.