31 JANUARI 1968
86
wachting uitspreken dat wij met U en Uw college de komende dagen
over vele zaken, in het belang van onze stad en haar bewoners op
vruchtbare wijze zullen kunnen praten.
De VOORZITTER deelt mede dat burgemeester en wethouders bi jzonder
graag het voorstel van de heer van Loon overnemen en stelt voor een tele
gram te zenden aan H.K.H. Prinses Beatrix te Drakensteijn van de
volgende inhoud:
"De gemeenteraad van Breda-Oranjestad, op 31 januari 1968 in ver
gadering bijeen, feliciteert Uwe Koninklijke Hoogheid van harte
"met Uw 30e verjaardag en wenst U nog vele gelukkige jaren te mid-
"den van de Uwen en ons allen toe.
Merkx, voorzitter.
Overeenkomstig dit voorstel wordt unaniem besloten.
Vervolgens deelt de VOORZITTER mede dat de gemeenteraad wet
houder van Boxtel even moet excuseren omdat hij hem vervangt bij
een brand op het Brabantplein boven de winkel van Jamin. De brand
schijnt van tamelijk grote omvang te zijn. Nadere gegevens ontbre
ken thans nog.
De heer VAN DER ZWAN zegt:
Mijnheer de voorzitter,
Gaarne sluit ik mij aan bij de waarderende woorden die de frac
tievoorzitter van de K. V. P. tot U heeft gericht.
In het afgelopen jaar heeft U getoond dat U de bereidheid heeft U
ten volle in te zetten voor de belangen van onze gemeente en onze
fractie hoopt en verwacht dat U ook in de komende jaren met dezelf
de energie zult werken aan de vele taken die nog voor U liggen. De
laatste begrotingsbehandeling werd gehouden onder voorzitterschap
van de heer Meijs. Hoewel onze fractie grote waardering had voor
het beleid van de heer Meijs, en ik wil dit hier graag benadrukken,
zijn wij toch blij dat Breda een burgemeester heeft en niet meer een
waarnemend burgemeester. Vóór alles vraagt de huidige tijd om een
visie op lange termijn en deze visie kan en mag niet verwacht wor
den van iemand die een functie tijdelijk bekleedt. Wij onderschat
ten geenszins het aandeel van de wethouders in het besturen van een
stad, doch de coördinator, de motor achter dit werk, dient de burge
meester te zijn.
In het afgelopen jaar deed Uw college de raad weer een groot aantal
voorstellen en nota's toekomen. Uit deze stukken blijkt dat Uw colle
ge een bekwaam, op de toekomst gericht beleid voert. Wij onder
schatten het aandeel van de ambtenaren aan dit werk niet en wij dan
ken hen hierbij voor de arbeid die zij aan deze stukken besteed heb
ben, alsmede voor de in de afdelingsvergadering gegeven toelichtin
gen.