851
29 NOVEMBER 1968
De heer VAN LOON zegt over de begroting van de leningsdienst vier vragen te
hebben gesteld; en dat het antwoord op vraag 131 hem volkomen duidelijk is, doch het
antwoord op de drie andere vragen niet. Dat vindt hij ook niet zo verwonderlijk,
omdat het hier om een moeilijke materie gaat. De wethouder heeft spreker gisteren
uitgenodigd met hem eens een gesprek te willen hebben over de rente en de reserves.
Hij vraagt of hij bij die gelegenheid ook eens nader informatie zou kunnen krijgen
omtrent de vragen 128, 129 en 130.
De heer VAN BANNING zegt, dat in het antwoord op vraag 237 een bijzonder in
gewikkelde staat met 12 kolommen is opgenomen. Eén ding vindt hij in die staat
niet terug, n.l. het bedrag waartoe men kan gaan bij het opnemen van een lening
onder waarborg van de gemeente.
Wethouder BROEDERS stelt voor, deze vragen eens nader met de afdeling te be
kijken, omdat hij er nu geen antwoord op kan geven.
Hierna wordt de begroting van de gemeentelijke leningsdienst zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd en stelt de voorzitter hoofdstuk II van de begroting van de
algemene dienst aan de orde.
De heer VAN BANNING zegt een bijzonder uitgebreid antwoord te hebben ge
kregen op zijn vraag inzake de cursussen, die door de leden van het ambtenarenkorps
van de gemeente gevolgd worden. Hij dankt voor het uitvoerige antwoord en hij
heeft bewondering voor de moed van de ambtenaren om cursussen te volgen, die
tot grotere specialisatie leiden. Hij acht hiermede niet alleen het persoonlijk belang
maar ook het belang van de gehele gemeenschap gediend. Hij zou het op prijs stel
len, indien in toenemende mate de oriëntatiecursus automatisering, de projectbeheer-
sing en netwerkplanning gevolgd zouden worden. Hij meent, dat dit zeker in het
belang is van het overwinnen van psychologische weerstanden bij vernieuwingen
en reorganisaties.
Wethouder VAN BIJNEN zegt gaarne de dank van de heer van Banning te aan
vaarden. In toenemende mate zullen de door hem genoemde cursussen door de ambte
naren gevolgd worden. Dit zal in breed verband worden bezien en uitgevoerd, van
daar de hoge begrotingspost.
Hierna wordt hoofdstuk II zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en stelt de
voorzitter hoofdstuk III aan de orde.
De heer QUADEKKER is van mening, dat Breda blij mag zijn met zijn politie
korps, zowel wat de leiding als het personeel betreft. Het optreden in het open
baar is perfect, ook zeker wat de begeleiding van het verkeer betreft. Er worden ook
verkeerslessen voor bejaarden buiten dienstverband gegeven, er wordt voor ontspan
ning gezorgd voor het gehandicapte kind, er worden verkeersbrigadiertjes opge
leid, de korpsleden houden zich bezig met muziek, enz., enz.
Er is een vraag gesteld, zegt spreker, wat er gedaan moet worden om het stelen van
brommers tegen te gaan, maar er wordt nog veel meer gestolen. Er is in betrekkelijk
korte tijd een zo groot aantal inbraken gepleegd, dat dit de bevolking in hoge mate
verontrust. Spreker verzoekt de voorzitter als hoofd van de plaatselijke politie drin
gend met de commissaris rigoureuze plannen te beramen, die zullen resulteren in het
beëindigen van deze hoogst ongewenste toestand en het met alle middelen opsporen
van diegenen, die debet zijn aan de gepleegde inbraken. Hij zegt dit, terwijl hij het
volste respect heeft voor de wijze waarop de recherche, momenteel zijn dienst ver
vult. Wellicht zal de personeelsbezetting van de recherche, hopelijk tijdelijk, moge
lijk een uitbreiding moeten ondergaan.
Over de vraag over het verlenen van subsidie aan de afdeling Breda van de Neder
landse Vereniging tot Bescherming van Dieren is gesteld, dat de subsidie van