853 29 NOVEMBER 1968 eigenlijk is ingesteld om het college te adviseren over het plaatsen van borden. Op dit moment zijn er werkgroepen in dienst van de gemeente, bestaande uit specialis ten en als die specialisten met plannen of voorstellen komen, dan blijken die plan nen zo verantwoord te zijn, dat behandeling daarvan in de verkeerscommissie eigenlijk totaal overbodig is. De wethouder heeft blijkbaar zelf ook al aangevoeld, dat die taak eigenlijk wat te beperkt is en daarom brengt hij regelmatig ook andere raads stukken in de verkeerscommissie, hoewel hij daartoe totaal niet verplicht is. Spreker is de wethouder daar dankbaar voor, doch anderzijds meent hij toch, dat deze werk wijze niet juist is. Hij vindt, dat als de commissie ergens in gekend wordt, zij ook moet weten of ze bevoegd is. Spreker blijft van mening, dat het veel doeltreffender zou zijn als alle stukken het verkeer betreffende zouden worden behandeld in een raadsafdeling voor het verkeer. Van alle vragen die bij de rondvraag gesteld worden heeft 50% betrekking op het verkeer. Ook hieruit meent spreker te moeten conclu deren, dat er iets mis is ten aanzien van de voorlichting aan de raad. Hierna zegt spreker nog graag over het parkeerprobleem te willen praten. Volgens hem heeft Breda nog geen echt parkeerprobleem. Gezien de bezetting van de onder grondse parkeergarage meent hij, dat we momenteel nog behoorlijk uit de voeten kunnen. Uitbreidingen van het aantal parkeerterreinen komen er nog bij de vroegere gasfabriek en er is er al een tot stand gekomen op het terrein van V D, terwijl er ook nog andere terreinen geschikt gemaakt kunnen worden. Niettemin mag men de ogen niet sluiten voor de geweldige toename van het aantal motorvoertuigen, zegt spreker, en hij is ervan overtuigd, dat we over drie jaar wel met een parkeer probleem te maken zullen hebben. Het z.g. dubbelparkeren in de stad neemt hand over hand toe, terwijl de politie daar praktisch niet tegen optreedt. Elke bestelauto en elke vrachtwagen trekt zich niets aan van het verbod om dubbel te parkeren en gaat rustig staan laden en lossen, terwijl de doorstroming van het verkeer daardoor ten zeerste belemmerd wordt. Voor wat het parkeren bij het station betreft zegt spreker, dat daar 's morgens de forenzen aankomen, die weten waar ze hun auto weg moeten zetten. Soms vinden ze hun plaats bezet en dan zetten ze hun auto maar neer waar het eigenlijk niet kan worden getolereerd. Naar zijn mening moeten deze mensen op zijn minst gewaarschuwd worden en dan is het nog niet nodig om maar lukraak bonnen uit te schrijven, daar spreker weet, dat de commissaris hier niet voor is en hij trouwens evenmin. Als men tegen dit euvel niet optreedt, dan is het einde zoek en dan zullen we over drie jaar voor een dilemma staan. Als men op dat mo ment moet gaan optreden zal de taak van de politie veel moeilijker worden. Bij ge legenheid zal spreker dit probleem graag eens naar voren brengen in de verkeers commissie om na te gaan welke lijn de politie in deze denkt te trekken. Voor wat de verkeerslichteninstallaties betreft zegt spreker een persoonlijk onder houd hieromtrent te hebben gehad met de hoofdcommissaris van het verkeer in Nij megen, de heer Gerhard. Deze bleek zeer geporteerd te zijn voor de z.g. nood- installaties. Uit het antwoord van het college blijkt, dat men te Nijmegen niet voor de noodinstallaties geporteerd is. Spreker is ervan overtuigd, dat de inlichtingen bronnen verschillend zijn geweest. Het uitgangspunt van spreker bij het stellen van zijn vraag is geweest, dat bij het lange uitstel van het plaatsen van installaties, bijv. bij de Ignatiusstraat, bij het postkantoor en ook het kruispunt bij het politiebureau, als gevolg van het niet goedkeuren door gedeputeerde staten van de nodige kredieten, noodinstallaties goede diensten hadden kunnen verrichten. Er zijn ook nog kruispunten, waarvoor nog geen krediet gevraagd is, bijv. bij de Lunetbrug en het was spreker's bedoeling om daar tijdelijke noodinstallaties neer te zeggen. Bij het binnenkomen van Nijmegen op de Graafseweg staat al jaren zo'n ding en het voldoet er goed. Uit het antwoord nu blijkt, dat ze te Nijmegen niet geporteerd zijn voor noodlichten en spreker is het daar volkomen mee eens als er een vol waardige installatie geplaatst kan worden. Vraag en antwoord zijn hier kennelijk langs elkaar heen gegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 879