864 29 NOVEMBER 1968 ten aanzien van het bouwbeleid. De mogelijkheid om dat te doen bestaat zegt spreker, doch de zaak van de curveprijzen is een rijksaangelegenheid en de gemeenten kun nen alles naar eigen inzicht regelen als ze maar binnen de curveprijs blijven. Eigen lijk vindt hij dit een inconsequentie van de heer van Duijl, want naarmate er een grotere vrijheid komt om wat progressiever te bouwen worden de stichtingskosten steeds hoger en dit betekent weer hogere huren. In dit geval zijn de woningen weer niet bereikbaar voor de zo even bedoelde categorie mensen en dat kan niet de bedoe ling van de heer van Duijl zijn. Als gemeente ziet het college echt geen kans om op dit punt op het rijk veel invloed uit te oefenen. Voor wat de suggestie van de heer van Duijl betreft om een parkeergarage in de flatbouw te betrekken zegt spreker, dat hij daarover wel wil denken, maar dat hij vermoedt dat dit onbereikbaar zal zijn, omdat de kosten daarvan dan in de huren van de flat doorberekend moeten worden, waardoor de huur van de flat onbetaalbaar wordt. Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat mevrouw de Bonte een probleem heeft aange sneden waarvan men moet erkennen, dat het een uitzichtloze zaak is. De ervaring leert, dat de aanwas van de woningzoekenden, die kwalitatief gezien in de moei lijke groep zitten, groter is dan het aantal gevallen dat opgelost kan worden. Tel kens als er een geval is opgelost is er nog niet eens een achterstand ingelopen, om dat het aantal woningzoekenden steeds maar gaat groeien. Het is volslagen ondenk baar dat dit probleem op lokaal niveau kan worden opgelost, zegt spreker. Het is inderdaad zoals mevrouw de Bonte gezegd heeft, dat er iets gedaan kan worden met een individuele huurtoeslag, maar dan moet men zich wel heel goed realiseren hoeveel geld daarvoor nodig is. Dit moet niet voor 10% van het aantal gedaan wor den, maar voor de volle 100%. Men kan dan uitrekenen wat dat per jaar gaat kosten en dat speelt niet door in de financiële verhoudingswet. Er is in een wat verder ver leden wel eens een enkele gemeente geweest, die dit geprobeerd heeft, maar die is ijlings op de dwalingen haars weegs teruggekeerd, omdat het eenvoudigweg niet te financieren is. Bovendien zouden bij zo'n regeling moeilijk objectieve maatstaven vast te stellen zijn. Als mevrouw de Bonte de huurfactor in relatie tot de A.B.W. brengt roert ze een bijzonder moeilijk probleem aan. Naast het basispakket worden in het kader van de toepassing van de A.B.W. de huurkosten integraal vergoed. Als men dit probleem met de A.B.W. tracht op te lossen, dan drukt men die man of dat gezin terug naar het niveau van de A.B.W. Dat betekent dan, dat men een gezin met een normaal inkomen in feite terugbrengt op het niveau van de minimale kosten van het bestaan. Dit is een onverteerbare zaak. In bepaalde gevallen kan de A.B.W. een uitkomst bieden, zij het dan geen florissante. Als de A.B.W. er bijgehaald wordt als hulpmiddel om aan iemand een woning te verhuren, die eigenlijk te duur voor hem is, dan is dat een fout hulpmiddel. Een uitzonderingsgeval is natuurlijk wel mo gelijk en die komen dan ook voor. Als de huurbelasting zou doorgaan, dan is spre ker er nog niet van overtuigd, dat dit de aanpak is van het probleem. Niet waar is, zoals de heer van Duijl suggereerde, dat iemand, wiens inkomen stijgt zijn woning moet verlaten. Dat is gelukkig in Nederland onmogelijk, omdat niemand gedwon gen kan worden zijn woning te verlaten als zijn inkomen stijgt. Het college kan wel aan de oplossing van dit probleem gaan studeren, maar dit is een onmogelijke opgave. Als er een goedkope woning vrijkomt, dan gaat die naar de categorie, die daar ge zien de gehanteerde normen voor in aanmerking komt en binnen die categorie komen dan eerst de medische gevallen aan de beurt. Voor wat de bouw van de bejaardenwoningen betreft merkt spreker op, dat op dit gebied in Breda toch nog al wat gepresteerd wordt. Op het gebied van de verzor gingshuizen is al heel wat gerealiseerd en er is- nog een rijke schakering van initia tieven, die nog gerealiseerd zullen worden. Als hij het wel heeft zijn er momenteel nog 9 projecten in voorbereiding en deels zijn ze al aan uitvoering toe. Hij gelooft, dat men zich op dit gebied moet matigen, want er is niemand in Neder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 890