29 NOVEMBER 1968 873 zal spreker hierover een gesprek hebben met de inspecteur van het onderwijs, die bijzonder bedacht is op het programma van het basisonderwijs, met name over de kennis, die hij opgedaan heeft bij het Bredase onderwijs. Erkentelijk is spreker voor het vertrouwen, dat zowel door de heer van der Werff als door mevrouw de Bonte is uitgesproken. Mevrouw de Bonte heeft ook nog aan gesneden de opleiding van onderwijzers. Spreker is van mening, dat het nuttig is, dat diegenen, die de opleiding bezoeken op tijd contacten hebben met diegenen, die in het onderwijs werkzaam zijn. Enerzijds om op te frissen hetgeen ze geleerd hebben en anderzijds om te ervaren hoe het geleerde in de praktijk uitvalt. Tot slot antwoordt spreker nog aan de heer de Gijsel, dat de aanloopkosten van een administratiekantoor niet via artikel 101 door de gemeente betaald kunnen worden. De heer BAYENS wil graag zijn grote waardering voor de wethouder betuigen en erop wijzen, dat alle leden van de afdeling voor onderwijs groot vertrouwen hebben in de wethouder van onderwijs. In de jaren, dat de wethouder deze portefeuille be heert heeft hij wel bewezen niet alleen, dat hij de zaken van het onderwijs goed be hartigt maar ook, dat hij zeer breedvoerig is geinformeerd. In eerste instantie zegt spreker niet bedoeld te hebben, dat aan alle wensen en ver langens moet kunnen worden voldaan. Hij bedoelde de onderhoudswerkzaamheden en hij heeft daar een zeer lezenswaardig artikel over gelezen in een vakblad van gemeente-administratie. De wethouder heeft inderdaad niet gesproken over fusie maar over concentratie. Destijds heeft de wethouder duidelijk gezegd, dat het een vinger wijzing was zonder daarop direct aan te dringen en hij heeft ook duidelijk ge wezen op de autonomie van de schoolbesturen. Spreker heeft gezegd, dat hij bezwaar heeft tegen een grote concentratie van schoolbesturen, zodanig dat er bijv. maar twee schoolbesturen in de stad zouden overblijven. De kwestie van de administratie zal geen twistpunt blijven, maar er zal wel verschil van mening over blijven bestaan. Ten aanzien van de door hem gedane suggestie en de ten aanzien daarvan door de heer van der Werff gemaakte opmerking zegt spreker, dat zijn suggestie bedoeld was in deze zin om op enkele scholen samen een kracht aan te stellen voor taal en rekenen. Taal is een voornaam deel van het basisonderwijs. Hij verschilt van mening met de wethouder over de vakleerkracht voor handenarbeid die hij niet ziet als randdiensten. Handenarbeid is een integrerend deel van het onder wijs. Elke nieuwe onderwijzer of onderwijzeres heeft de aantekening voor handen arbeid en deze tak van onderwijs moeten zij geven. Als er een vakleerkracht voor handwerken en lichamelijke opvoeding kan worden benoemd was zijn vraag of er in de toekomst ook een vakleerkracht zou kunnen worden benoemd voor handenarbeid, omdat daardoor het vak handenarbeid beter tot zijn recht zou komen. De heer KROON zegt in eerste instantie niet het woord te hebben gevoerd om de eenvoudige reden, dat hij zich in de afdeling voor onderwijs met de vaststelling van het bedrag per leerling akkoord heeft verklaard en dat hij na 20 uur vergaderen er geen behoefte aan heeft om iets te zeggen, wanneer dat niet dringend noodzakelijk is. Nu hij toch aan het woord is wil hij zich graag aansluiten bij de woorden van lof, die o.a. door mevrouw de Bonte gesproken zijn aan het adres van de wethouder. Ook uit informaties, die hij uit zijn kringen heeft gekregen is hem duidelijk gebleken, dat door de afdeling onderwijs en door de wethouder van onderwijs veel service wordt geboden aan het bijzonder onderwijs. De heer DE GIJSEL wil ook nog dankzeggen voor de goede adviezen, die door de wethouder en de afdeling onderwijs aan de schoolbesturen gegeven zijn. De wet houder heeft gezegd, dat de aanloopkosten van een administratiekantoor niet via artikel 101 vergoed kunnen worden. Het is spreker bekend, dat een dergelijk verzoek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 899