876 29 NOVEMBER 1968 gepasseerd is en omdat vorige maand reeds gesproken is over de instelling van een cultuurdienst. Het is de vraag of er volgend jaar al simpel over de nieuwe dienst gesproken zal kunnen worden. Hij spreekt als wens uit, dat de cultuurdienst nauwlettend zal toezien op een efficiënt werken. Niet eenvoudig en veel omvattend zal de dienst moeten nagaan in hoeverre subsidies doelmatig worden gebruikt. Regel matig onderzoek zal preventief kunnen werken. Een uitspraak van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft spreker weldadig aangedaan en deze luidde: „Directies en besturen zullen zich meer moeten inspannen om de belang stelling tot actief theater- en concertbezoek te stimuleren." Deze uitspraak is juist en blijkt ook nodig als men het bezoek aan de stadsschouwburg bekijkt. Het overzicht van oktober 1968 leert, dat drie voorstellingen van Globe gemiddeld 233 bezoekers heeft aangetrokken, waarvan eenmaal 56, en dat is niet best. Volgens de nieuwe re geling zullen wij vrij veel voorstellingen van Globe moeten aanvaarden, zegt spre ker. Het is bekend, dat hij steeds bezwaren heeft gehad tegen deze nieuwe landelijke regeling. De gegeven kansperiode ten aanzien van Globe is nog niet ten einde, doch spreker heeft slechts feiten geconstateerd en een volgend feit is, dat het programma met Globe-voorstellingen in Breda vrij groot is. In het programma van Tilburg komt men de naam Globe slechts vier maal tegen in het hele seizoen. De praktisch lege za len zijn voor niemand uit te houden, voor de spelers niet, voor de nog overblijvende bezoekers niet en voor de gemeente uiteraard ook niet. Het is niet moeilijk om na te gaan, dat zo'n verloren toneelavond in de stadsschouwburg meer dan 10.000, kost. Spreker vraagt hierbij over welk bedrag bij het Ei gesproken is. Deze zaak ge zond maken zal een van de eerste taken van de nieuwe dienst zijn. Naar zijn mening zal de toekomst een verschuiving laten zien van deze cultuurpost naar het sport- en jeugdcentrum, omdat daar een steeds grotere en meer reële behoefte te constateren is. Al het nieuwe is nog beslist niet nieuw, geldt ook voor de theaterwereld. Het door hem voorgestelde onderzoek door de dienst is voor zijn fractie een bepaalde vorm van inspraak van het publiek. Proloog, zegt spreker, zit volkomen aan de grond wat de financiën betreft en het is heus niet de eerste keer, dat hij daarvoor gewaarschuwd heeft. Ten opzichte van Globe zijn er fusie-geruchten en hij vraagt zich af of Breda daar ook iets mee te ma ken heeft, als het gaat om 15 mensen en een bedrag van 600.000,Op de museum agenda, en spreker bedoelt serie 13, no. 4, die toch een behoorlijke oplage heeft, staat Breda alleen zeer eenzaam met het adres van de Beyerd. Tien andere plaatsen prijken erop met volledige agenda's. Hoe dikwijls dit is gebeurd weet spreker op dit moment niet, maar hij weet wel dat deze vorm van adverteren geld kost en dat het de goede naam van Breda schaadt. Hij zou dat in het vervolg toch beslist anders willen zien. Vraag 110 gaat over de amateuristische kunstbeoefening. Spreker dankt het college voor het uitgebreide en verwachtingsvolle antwoord. Een opiniepeiling zou hij in de toekomst op dit gebied wel toejuichen. Culturele ontplooiing gaat niet vanzelf, zoals de heer van der Werff reeds gezegd heeft, en daarmee is spreker het volledig eens. Zijn fractie is er ten volle van overtuigd, dat men in deze dure sector een volle inzet onverminderd moet eisen. In het antwoord op vraag 211 schrijft het college, dat het onderzoek over de ruimtebiedende gelegenhe den geruime tijd zal vergen. Spreker vraagt zich af of dit een kwestie van jaren wordt. De jeugd, zegt spreker, is op 18 april j.I. met de jeugdnota behoorlijk in het nieuws geweest. Er is bijna geen mooiere activiteit te bedenken dan een verantwoord jeugdig doel. De bekende stedelijke organen, die hieraan meewerken, vertonen naar zijn mening een gezonde ontwikkeling. De jeugdservice in de stad is beslist niet minder geworden, hetgeen hij een dankwoord waard vindt. Even terzijde zegt hij, dat hij in de vergadering van juni bij de rondvraag het college gevraagd heeft naar een cross terrein voor de bromfietsende jeugd. Na vijf maanden is daar nog geen antwoord op gekomen, terwijl toch in het bewuste rode boekje staat, dat er binnen drie maanden een antwoord moet zijn. De ideeën van prof. Buikhuizen over een race- en hindernisbaan voor de jeugd, zoals

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 902