29 NOVEMBER 1968 877 deze uiteengezet worden in een artikel in ons plaatselijk blad van 18 oktober j.l., spreken hem bijzonder aan. Men moet de jeugd serieus nemen, zegt hij. Dit is een oude opmerking, die hij al meerdere malen gemaakt heeft. Een uitzondering maakt hij voor de „Trapkesbezoekers". Voor deze onvolwassenheid weet hij zo direct geen oplossing. Hij vindt het een beetje zielig, gezien de leeftijd van de meeste bezoekers. Opvoeding, waarbij de factoren verantwoordelijkheidsgevoel en eigenwaarde niet ontbreken, is een pracht taak om iets van de zo nodige cultuuroverdracht mede te kunnen realiseren. Mevrouw JAGER zegt, voor wat de ruimtebiedende gelegenheden betreft, dat zij het noodzakelijk vindt, dat zoveel mogelijk verenigingen samenwerken om deze gele genheden zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen en ze zo goed mogelijk exploi tabel te maken. Zij vraagt in de wijken ook nog andere voorzieningen te treffen om die wijken zo goed mogelijk leefbaar te maken. Het komt nog al eens voor, zegt spreekster, dat speelwerktuigen in speeltuinen gedurende langere tijd stuk zijn. Om dit te voorkomen vraagt zij het toezicht in die speeltuinen te verhogen. Met de aard van de speelwerktuigen, die zich in de meeste speeltuinen bevinden, kan zij zich ook moeilijk verenigen. Kinderen vragen geen dure speelwerktuigen, maar werktuigen waarop zij hun fantasie kunnen uitleven. - Spreekster heeft met genoegen gelezen, dat er grond beschikbaar is voor de uitbrei ding van het aantal volkstuinen. Tot slot zegt zij, dat zij het niet eens kan zijn met de opmerking, die de heer Kramer over „de Trapkes" gemaakt heeft. Mevrouw STOCKMANN zegt graag nog een nader commentaar van de wethouder te hebben op de vraag, die zij onder volgno. 98 heeft gesteld over de verbale ex pressie. In het antwoord is vermeld, dat er in het nieuwe cursusjaar misschien een mogelijkheid is. Spreekster wil erop wijzen, dat de mogelijkheid voor verbale expressie in Breda nauwelijks aanwezig is, terwijl de noodzaak daaraan toch wel bestaat. Zij begrijpt, dat vele zaken wachten op de totstandkoming van de cultuurdienst en de aanstelling van een consulent voor culturele en kunstzinnige vorming. Als er in het nieuwe cursusjaar iets op het gebied van de verbale expressie moet gebeuren is de tijd van voorbereiding wel erg kort. Het verheugt spreekster, dat met volledige instemming van de exploitanten van het bioscooptheater van de Beyerd een vergelijkend onderzoek ingesteld zal worden naar de kwaliteit van de filmprogramma's in de Beyerd. Zij vraagt of men al bezig is met het onderzoek en of de raad of de raadsafdeling van het resultaat van het onderzoek op de hoogte zullen worden gebracht. De heer SPANJER zegt met vraag 107 betoogd te hebben, dat de Unie van Oranje steden een te geringe bekendheid geniet te Breda, zulks in tegenstelling tot de andere steden, te weten Orange, Diest en Dillenburg. In het antwoord van het college wordt gesteld, dat de betrokkenheid van de inwoners van Diest, Dillenburg en Orange groter is dan die van Breda, omdat het kleinere leefgemeenschappen zijn. Het is inderdaad zo, zegt spreker, dat men in een kleine leefgemeenschap zich gemakkelijker bij iets betrokken voelt en ook gemakkelijker daarbij betrokken raakt. Deze constatering houdt naar zijn mening twee uitdagingen in, n.l. de moed hebben om de unie op te heffen, en dat is vrij negatief, ofwel de moed te hebben om te zorgen dat de grotere gemeen schap, die Breda is, er bij betrokken raakt. Naar zijn mening moet het mogelijk zijn om, bijv. door middel van een culturele manifestatie, kleur te geven aan de viersteden- ontmoeting in 1970 in Breda. Hij denkt hier bijv. aan de actieve groep „creatie", die na twee geslaagde manifestaties plannen heeft om zijn activiteiten belangrijk uit te breiden, aan de groep mensen rondom „de Beeldenaar", aan de gemeentelijke muziek school en aan de academie „St. Joost", aan de werkgroep „jeugd en natuur", aan de muziekgezelschappen, enz. enz., waarbij hij niet wil nalaten zijn excuses aan te bieden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 903