90
31 JANUARI 1968
toevallige. De belangrijkste factor zal ongetwijfeld de infrastructuur
van onze stad zijn en deze infrastructuur wordt door het gemeente
bestuur bepaald. De groei van de bevolking is dus niet exact te schat
ten, doch wel te beïnvloeden. Waarschijnlijk zal een geleidelijk stij
gend groeipercentage als door U gebruikt in tabel 3, de werkelijkheid
het dichtst benaderen. De opvatting van Uw college, dat hier een taak
stellend element ligt, is onzes inziens juist.
Met de door U getrokken sombere conclusies over de vooruitzichten
van de woningbouw zijn wij het volkomen eens. Indien wordt uitge
gaan van een stijging van het groeipercentage van de bevolking, een
aanname die voor de eerste jaren een geringere toename van de wo-
ningproduktïe vraagt dan een constant groeipercentage, dan is depro-
duktie in 1967 reeds 172 woningen achtergebleven op het aantal dat
als gemiddelde voor de jaren 1967-1970 wordt vereist. Onze fractie
en naar ik aanneem de gehele raad, is ervan overtuigd, dat van de
zijde van Uw college alles in het werk wordt gesteld om het peil van
de woningproduktie zo hoog mogelijk te houden. De terugval in de
huizenbouw heeft een toename van de werkloosheid onder de bouwvak
arbeiders tot gevolg gehad. Het aantal werkloze bouwvakarbeiders be
draagt volgens Uw gegevens ongeveer 20van het totaal aantal werk
lozen in onze stad en is daarmede de grootste categorie.
Het achterblijven van de woningbouw heeft 3 belangrijke aspecten,
namelijk werkloosheid onder de bouwvakarbeiders, stagnaties in het
inhalen van het woningtekort, zo niet een stijging daarvan en de be
lemmering van de normale groei van Breda. Wat is naar de mening
van Uw college het effect op de huizenbouw van de door de regering
bekend gemaakte nieuwe bijdragenregeling?
De door U opgestelde prognoses over het aantal te creëren arbeidsplaat
sen, gerelateerd aan de groei der bevolking, achten wij reëel. Met Uw
college zijn wij van mening, dat het uiterst moeilijk is om de toekom
stige werkgelegenheid te voorspellen, doch deze kan wel beïnvloed
worden. Terecht wijst U erop, dat de dienstensector minstens evenveel
aandacht verdient als de industrie. Meer nog dan voor de industrie
geldt voor de dienstensector dat de infrastructuur van een stad van
doorslaggevende betekenis kan zijn voor de vestiging. Voor de ont
wikkeling van de werkgelegenheid is de dienstensector van eminent
belang, daar thans wel als vaststaand mag worden aangenomen, dat
het relatieve aandeel van deze sector in de totale beroepsbevolking
nog zal toenemen. Hoewel deze sector als totaal zeer heterogeen is
samengesteld, bestaat er toch een sterke onderlinge afhankelijkheid
in bepaalde groepen van deze sector. Vestiging van een bepaald be
drijf kan een sneeuwbaleffect hebben. Wij verwachten dat Uw colle
ge op dit punt zeer diligent zal zijn. Uw mededeling over de "schrijf
tafelfunctie" heeft trouwens aangetoond dat deze sector de aandacht
krijgt die zij verdient.
Uw mededeling dat er een ernstig tekort is aan de benodigde ruimte
voor de industriële ontwikkeling, houdt in, dat de gehele ontwikke-