K x 888 29 NOVEMBER 1968 die zij in de loop van de middag heeft gekregen. Ook spreker vindt het bijzonder prettig, dat de raad dit heeft willen doen. Namens zijn vrouw vraagt hij de leden bij gelegenheid van het raadsdiner de ambtswoning te willen bezoeken en dan ver der ook de dierentuin, die daaraan verbonden is. De heer VAN WERKHOOVEN zegt het college namens de grootst mogelijke meerder heid van de raad hartelijk dank voor de prettige en gezellige sfeer waarin de be grotingsbehandeling heeft plaatsgevonden. Daarnaast brengt hij dank aan diegenen, die het werk voor de raad hebben verlicht en dat is op de eerste plaats de secre taris, daarnaast de pers, de hoofden van dienst en de ambtenaren, die regelmatig blijk gegeven hebben van hun medeleven met de debatten over de begroting. Verder dankt hij de redactie van „de Stem", die weer zo vriendelijk is geweest om te zorgen, dat de krant met het verslag zo snel op de tafel van de leden terechtkwam. Persoonlijk heeft het spreker's bijzondere aandacht getrokken, dat de vrouw van de voorzitter de opening van de debatten heeft meegemaakt. Daar blijkt uit, dat ze niet alleen meeleeft met het werk van de raad, maar ook met het werk van haar man. Hij gelooft namens de hele raad te mogen spreken, dat haar aanwezigheid en die van oud-wethouder Meijs de raad deugd heeft gedaan Hij hoopt, dat de voor zitter deze dank aan zijn vrouw wil overbrengen. Verder dankt spreker de burge meester, die vandaag door de raad op de verjaardag van zijn vrouw is weggehouden. De algemene beschouwingen stonden volgens spreker op een heel hoog peil, maar ze hebben heel wat van het gehoorvermogen van de leden gevergd. Hij vraagt of het mogelijk is voor volgend jaar een aardig katheder met een microfooninstallatie aan te schaffen. Tot slot dankt hij nogmaals het college en ook alle raadsleden, die eraan meege werkt hebben om deze dagen tot een goed einde te brengen. Hierna sluit de VOORZITTER te 23.00 uur de vergadering. De secretaris, i AG X. 2. 4.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 914