12 DECEMBER 1968
905
4. VOORSTEL TOT SUBSIDIERING VAN DE ALGEMENE STICHTING „NIET
GEHUWDE MOEDERZORG". v
Mevrouw DE BONTE zegt, dat de raad in 1966 een voorstel kreeg, dat de stich
ting Moederheil en de Raad voor de Kinderbescherming al hadden besloten tot op
richting van een bureau voor de extra zorg voor de ongehuwde moeder en haar
kind. In de drie jaar, die daarna gekomen zijn, is er ontzaglijk veel gepraat en over
leg geweest tussen de partijen waar het om gaat. De resultaten daarvan, die in het
voorstel voor haar liggen, stemmen haar en haar fractie tot bijzondere tevredenheid.
De zorg rondom de problematiek van de ongehuwde moeder en haar kind is bij
zonder groot en alles wat hieraan gedaan kan worden juicht zij toe. Zij is blij
met het voorstel, omdat eruit blijkt, dat voor de ongehuwde moeder in West-Brabant
veel meer zal kunnen gaan gebeuren, dan in het verleden gebeurd is. Wat haar nog
tot grotere vreugde stemt is, dat de prot. christelijke vereniging, die al jaren in West-
Brabant werkzaam is, bereid is gevonden met groeperingen van andere confessies
samen te werken in een stichting op dit gebied. Haar fractie vindt n.l. dat dit maat
schappelijk werk gezamenlijk dient te worden aangepakt, zonder daarbij de levens
beschouwing van de cliënten waar het om gaat uit het oog te verliezen. Het college
heeft in de realisering van de stichting een groot aandeel gehad en daar heeft zij
grote waardering voor. Zij dankt daarom het college voor het vele werk en de sti
mulans, die het geweest is voor de groeperingen, om tot deze stichting te komen.
De stichting wenst zij graag geluk met het werkterrein, dat voor haar ligt en waar
van zij echt grote verwachtingen heeft.
De heer VAN DUIJL sluit zich namens zijn fractie geheel aan bij hetgeen me
vrouw de Bonte heeft gezegd. Ook zijn fractie is bijzonder verheugd over het voor
stel, dat de geest van deze tijd weergeeft.
De heer KRAMER zegt, dat hij wel eens een gevoel van schuld heeft als er punten
die betrekking hebben op het onderdeel sociale zaken en maatschappelijk werk, aan
de orde zijn. Hij gelooft, dat het goed is om op zijn tijd een schuldgevoel te hebben,
omdat er te vaak gedacht wordt, dat dit een zaak is, die geheel „gesettled" is en
waar zo weinig over gepraat wordt.
Het wonen, werken en leven is snel aan het veranderen en daarbij heeft de sector,
waar hij het nu over heeft, een onmisbare taak. Daarvoor zijn ook vaklieden nodig
en het is dan ook noodzakelijk, dat deze taak goed van de grond komt en dat er
niet alleen binnenskamers gewerkt wordt, maar dat er ook eens in het openbaar aan
dacht aan besteed wordt. Spreker gelooft, dat de raad nu een voorstel heeft gekregen,
dat de moeite waard is. Hij meent, dat de Algemene Stichting „niet Gehuwde moeder
zorg" het eerste en enige bureau op dit gebied in Nederland is en dat is wel de moeite
waard om te vermelden. Hij is ervan overtuigd, dat het overleg niet zo heel ge
makkelijk is gegaan, maar dat er toch spijkers met koppen zijn geslagen. Er blijkt
uit, dat eerlijk, moedig en overtuigd proberen een succesvol resultaat kan opleve
ren. Hij onderstreept de waardering, die uitgesproken is door mevrouw de Bonte
en de heer van Duijl van harte. Economisch gezien is het tot stand komen van één
bureau altijd beter dan meerdere. Dit wil ook zeggen, dat de Piersonvereniging in dit
district afstand van haar activiteiten heeft gedaan; zij is nog wel vertegenwoordigd
in het algemeen bestuur. Een kritische studie over de plaats van de christelijke orga
nisatie in het huidige patroon van de samenleving is in zijn kringen aan de gang.
Hij spreekt de hoop uit, dat Roosendaal en Bergen op Zoom op dit gebied spoedig
zullen volgen. Hij heeft ook begrepen dat, als het hier gaat om de duidelijke centrum
functie in de regio, Oosterhout daarbuiten valt. Spreker gaat van harte akkoord met
het voorstel en wel om twee redenen. Ten eerste wat de doelstelling betreft en ten
tweede wat de gevolgde methodiek betreft, het overleg en de bereidheid om iets
te offeren om iets grootser te bereiken.