Breda
Notulen van de geheime vergadering, gehouden door de raad der gemeente
Breda op 12 september 1968 te 22.10 uur.
Deze raad vond plaats na de openbare vergadering en werd bijgewoond
door dezelfde leden, die in de openbare vergadering aanwezig waren.
De voorzitter doet ingevolge artikel 49 der gemeentewet de deuren slui
ten.
De raad beslist vervolgens dat met gesloten deuren zal worden beraad
slaagd en legt zich omtrent het in deze besloten vergadering behandelde
geheimhouding op.
De voorzitter deelt mede, dat gedeputeerde staten hebben bericht hoe
mogelijk annexatie kan worden verkregen. Naar aanleiding daarvan is in
de raadzaal aangebrachte kaart gemaakt. De huidige grenzen van Breda zijn
hier in blauw aangegeven, Breda groeit naar de in rood aangebrachte
begrenzing. In een kleinere vorm was deze kaart bij de stukken van het
college van gedeputeerde staten gevoegd, gecompleteerd met een toelich
ting bestaande uit vier gestencilde pagina's.
Het hoofdargument voor gedeputeerde staten om tot grenswijziging over te
gaan is de functie van Breda, namelijk de gewestelijke en verzorgende
functie voor West-Brabant. Hun mening is dat er iets met de gemeente
Breda moest gebeuren. De functie van Breda in de toekomst past in het
politiek beleid ten aanzien van het streekplan West-Brabant.
Dit plan zal in 1969 waarschijnlijk klaar zijn. De gedachten van gede
puteerde staten zijn dus bijzonder goed te plaatsen.
De mening van gedeputeerde staten op het gebied van grenswijziging
is voor Prinsenbeek: de Haagsche Beemden zijn een gebied dat voor
woningbouw door Breda hard nodig is. Zeker 700 ha moet hiervoor naar
Breda. Dan blijft een gebied van 1700 ha met 4500 inwoners over.
Gedeputeerde staten vinden dit een te kleine gemeente om als stads
randgemeente te dienen. Hun tweede reden is dat er tussen Etten-L- ui
en Br'da duidelijk een groene zone moet zijn. Als een gedeelte van
Prinsenbeek naar Breda overgaat zal de functie van het overblijvende
Prinsenbeek zijn "om klein te blijven". Gedeputeerde staten bijten zich
hier vast in het planologisch beleid wat in de toekomst zal worden ge
voerd. Een soortgelijke redenering heeft dit college ten aanzien van
Teteringen. De uitbreiding van de bebouwing in de Hoge Vucht kost
Teteringen 300 ha. De 700 ha van Prinsenbeek en de 300 ha van Teteringen
bieden tot 1985 plaats aan 18.000 tot 22.000 woningen. Ha afronding van
de stad blijft er niet genoeg voor Teteringen over, namelijk 700 ha
met 3100 inwoners. Ook een dergelijke gemeente achten gedeputeerde staten
niet meer de moeite waard. Wel denken zij ook aan een groene zone, nu
tussen Oosterhout en Breda. Zij zijn van mening dat de Vrachelse heide
een eenheid moet blijven en daarom gaat een klein gedeelte naar Ooster
hout, zodat de gehele heide in één gemeente komt te liggen.
Ten slotte de door gedeputeerde staten ontvouwde gedachten over Terheijden.
Het kerkdorp Terheijden is reeds zodanig op Breda geörienteerd dat zij
geen enkele reden zien om dit niet dadelijk bij Breda te trekken. Deze
redenering is dus afgestemd op de afhankelijkheid van Breda. Als Breda
naar het noorden uitbreidt wordt de afhankelijkheid nog groter.