m
95
31 JANUARI 1968
Wel gaat ook thans, zoals gebruikelijk, Uw raming boven de ministe
riële richtlijnen uit, doch wij vertrouwen dat Uw college de nodige
voorzichtigheid in acht heeft genomen bij het vaststellen van de ge
schatte inkomsten.
90% van de gemeentelijke inkomsten wordt verkregen uit rijksbijdra
gen en uitkeringen uit het gemeentefonds. De hoogte van deze bijdra
gen kan door ons uiteraard niet beïnvloed worden. Volgens pagina 2
van de nota van aanbieding gaat de regering bij het vaststellen van de
gemeentelijke inkomsten uit van 2 beginselen, namelijk:
a. de voeding van het gemeentefonds wordt afgestemd op de behoef
ten van de gemeenten;
b. de beschikbare middelen worden volgens objectieve normen ver
deeld.
ïn een artikel over de begroting van binnenlandse zaken in de vaste
commissie kwam ik over het advies van de raad voor de gemeente-
financiën met betrekking tot de voeding van het gemeentefonds 3 op
vattingen tegen, namelijk:
1. het advies is een raming van de behoeften van de gemeenten;
2. het advies is een ontwikkelingsraming, een extra-polatie van het
huidige uitgavenniveau;
3. het advies is een raming die tegen het geheel der behoeften op
overheidsniveau moet worden afgewogen.
In Uw toelichting op punt a. in de nota van aanbieding wordt door U
gesteld dat de voeding van het fonds moet worden afgestemd op de
behoeften van de gemeenten. Dit betekent dus, dat dit thans nog niet
het geval is. De situatie rondom de voeding van het gemeentefonds is
zeer ondoorzichtbaar. Wordt deze voeding inderdaad afgestemd op de
werkelijke behoeften van de gemeenten, dan is het huidige aantal
niet-sluitende begrotingen onverklaarbaar. Onze fractie zal zo lang
mogelijk medewerken om een sluitende begroting te blijven houden,
doch als men in de nota van aanbieding leest dat op 1 januari 1967
reeds door 354 gemeenten verzoeken om aanvullende bijdragen waren
ingediend, dan moet men met Uw college tot de conclusie komen dat
de middelenvoorziening van de gemeenten nog verre van ideaal is en
dan vraagt men zich af, hoelang Breda nog met een sluitende begro
ting kan werken zonder de burgerij exorbitante lasten op te leggen.
De verhoging van de eigen inkomsten, door verhoging van tarieven in
verband met het gestegen kostenpeil en de verhoging van de belas tin
gen bedragen volgens de nota van aanbieding 451.300, -=. Dit be
drag wordt voor 94% geabsorbeerd door stijging van de rentelast als
gevolg van de gestegen rentevoet. Naast de kostenstijging is het dus
de stijging van de rentevoet die de voorgestelde maatregelen noodza
kelijk maken.
Over de verhoging van de rechten van het huisvuil hebben wij in het ver
leden reeds verklaard, dat wij in principe geen bezwaren hadden tegen
een geleidelijke optrekking van deze rechten. Door Uw college werd
toen het bedrag van 24, per jaar als voorlopig maximum genoemd,