31 JANUARI 1968 96 hetgeen bereikt wordt als Uw voorstel wordt aangenomen. In het antwoord op vraag 22 wordt dit bedrag genoemd als minimumhef fing om volgens de maatstaven van de rijksoverheid voor een aan vullende bijdrage in aanmerking te komen. Het blijft ons echter, ondanks het door U gegeven antwoord, bevreemden dat van dit cri terium kan worden afgeweken en ook wordt afgeweken, daar het dienstbetoon voor de burgers, ondanks grote verschillen in kosten voor de gemeenten, overal hetzelfde is. Een belangrijk argument voor onze steun aan Uw voorstel is het feit dat, indien wij onverhoopt in de situatie zouden komen te verkeren dat de begroting niet sluitend kan worden opgesteld, vermeden wordt dat de bevolking dan plotseling met een vrij stevige verhoging van deze rechten zou worden geconfronteerd. Daarnaast mogen wij niet onvermeld laten dat in de toekomst een sterke stijging van de kos ten van de huisvuilophaaldienst onvermijdelijk is, daar Breda het huisvuil thans op de goedkoopste manier kwijtraakt. Deze kosten stijging zal gedeeltelijk moeten worden opgevangen door een ver hoging van de rechten. Een geleidelijke optrekking van de tarieven, zoals dit de laatste jaren is gebeurd, achten wij psychologisch dus beter verantwoord dan een plotselinge stijging. Wij nemen echter aan dat het tarief van 24, - -de eerstvolgende jaren ongewijzigd zal blijven. Met betrekking tot de door Uw college voorgestelde wijziging van het afschrijvingssysteem voor het gemeentelijk energiebedrijf kan ik U mededelen dat onze fractie het met Uw opvattingen eens is. Dat de lasten van de bestaande overcapaciteit niet aan de jaarrekening toegerekend worden is bedrijfseconomisch volledig verantwoord. Het grote probleem,en ook het zwakke punt.bij dit soort berekeningen is de schatting van de toekomstige afzet. Het komt mij voor dat de toekomstige afzet van electra optimistisch berekend is, doch ik neem direct aan dat de personen die de berekening opgesteld heb ben meer inzicht hebben in deze materie dan ik. Dit neemt niet weg, mijnheer de voorzitter, dat hier grote gevaren kunnen schui len. Indien de werkelijke afzet achterblijft bij de prognose en toch wordt vastgehouden aan de afschrijving per eenheid afgezet produkt, dan worden te weinig afschrijvingskosten ten laste van de jaarreke ning gebracht. Ik zou Uw college dus willen voorstellen om de jaarlijkse afschrij ving niet vast te stellen aan de hand van de werkelijke omzetten voor gas en electra, doch aan de hand van de thans begrote omzet ten. Dit betekent geen aantasting van het door Uw college voorge stelde systeem van afschrijvingen, het is slechts een aanvulling op dit systeem. In de nota van aanbieding vermeldt U dat de kapitaal- lasten respectievelijk 60°Jo en 45<7o van de totale kosten van het gas- en electriciteitsbedrijf bedragen. Een te lage berekening van de ka- pitaallasten geeft een volkomen scheef beeld van de resultaten van deze bedrijven. Worden de omzetten hoger dan door U werd begroot, dan is het systeem van de vaste afschrijving per jaar toch op haar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 96