1000 <rz^O~ 2 DECEMBER 1969. zij geen lid van die afdelingen. Wij gaan de goede kant op! Achteraf stelt u echter weer dat het toch niet doorgaat, althans dat het voorlo pig slechts een suggestie is, dus geen besluit. Ik had begrepen dat het een besluit was, maar voorlopig blijft het dus bij een suggestie. Ik zie dan ook alweer gebeuren dat men straks, zoals al eerder is gebeurd, op allerlei manieren - ik zou haast zeggen: via allerlei vreemde fratsen - probeert iemand uit de commissie te weren. Ik ben het daar beslist niet mee eens, want ik geloof niet dat u daarmee, zoals in het gebed staat, vrede en welvaart brengt in de stad. De heer MELZER: Ik kan mij wel voorstellen dat de heer Kroon zich niet revolutionair opstelt tegenover de bestaande verkeerscommis - sie, maar het is misschien wel goed de raad eens een voorbeeld te ge ven van de rare dingen die er in de huidige situatie kunnen gebeuren. Het vorige jaar was in de vakantietijd de reconstructie van de Nieuwe Prinsenkade/Het is toen volledig aan de aandacht van de af deling voor openbare werken ontsnapt - nogmaals, het was vakantie- tijd - dat door het voorgestelde plan aanzienlijke schade zou worden berokkend aan twee ter plaatse gevestigde bedrijven, die dagelijks enorme hoeveelheden goederen verwerken, dus laden en lossen. Op het uiterste nippertje, doordat ik twee uur voor de vergadering hiervan in kennis werd gesteld, heb ik deze boot nog kunnen afhouden. Dit soort kortsluitingen kan voorkomen doordat de agenda van de afdeling voor openbare werken zwaar is overbelast. Ik wil daar nog eens nadruk kelijk op wijzen. Dit kan aan de burgers groot nadeel berokkenen. De heer QUADEKKER: Ik heb er beslist geen behoefte aan lange betogen te houden om zo te trachten weer een nieuw presentiegeld te krijgen voor een volgende vergadering, maar ik zou graag over het punt. De heer WOESTENBERG: U wilde in 1959 toch maar graag wet houder worden voor 12.000, --1 De heer QUADEKKER: Mag ik even vragen. De heer WOESTENBERG: Ik mag toch ook interrumperen? De VOORZITTER: De heer Quadekker heeft het woord. De heer QUADEKKER: Over de verkeerscommissie wil ik het volgende opmerken. Voor een deel ben ik het wel eens met de heer Van Werkhooven dat daarin niet alleen moet worden gediscussieerd over verkeerstechnische problemen, maar dat ook aan de orde moeten kunnen komen financieel-technische problemen, de beplantingen, enz. Al deze dingen komen in de verkeerscommissie echter wel aan de orde, alleen beslissen wij er niet over. De voorzitter vraagt altijd of men weet wat iets inhoudt. De directeur van het ENWA-bedrijf wordt bijvoorbeeld gevraagd hoeveel een installatie kost. Wij spreken daar inderdaad over mee, hoewel wij daarover met decideren. Hoe duur een installatie echter ook mag zijn, wanneer de verkeerscommis sie het werkelijk noodzakelijk acht dat ergens een verkeerslichtenin -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1000