1008 2 DECEMBER 1969. Van Werkhooven over te nemen. De VOORZITTER: Voor de goede orde wil ik graag weten wat er gebeurt met het voorstel van de heer Van Werkhooven. De heer MELZER: Het betoog in tweede instantie van de wet houder heeft ons helaas niet kunnen overtuigen. Wij blijven van me ning dat in de huidige situatie de raad zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van het verkeer onvoldoende kan diagen. Onzes inziens kan de raad minder dan het gewenste tegenspel geven aan het college, dat beschikt over zijn deskundige staf. Naar aanleiding van hetgeen de wethouder heeft gezegd over deskundigen zou ik willen stellen dat men aan de hand van de agenda altijd bepaalde deskundigen kan uit nodigen om aan de vergadering van de afdeling deel te nemen. Wij willen het voorstel dus graag indienen. Het draagt vijf handtekeningen. De VOORZITTER: Wilt u mij dat dan overhandigen? Dan zal ik daar.... Een ogenblik, mijnheer Woestenberg, ik wil eerst even het voorstel zien. Er is een voorstel ingekomen, getekend door mevrouw Jager- Middelbeek en de heren Van der Werff, Van Werkhooven, Melzer en Kramer, dat als volgt luidt: "De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 2 december 1969, besluit aan het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Breda, zoals vastgesteld op 18 april 1968, hoofdstuk 5, artikel 40, 2e lid toe te voegen de afdeling voor verkeerszaken en openbaar vervoer". Voldoende ondersteund zijnde maakt het voorstel mede onder werp van beraadslaging uit. De VOORZITTER: Wanneer men hierover een korte verklaring wenst af te leggen, bestaat daartoe de gelegenheid. De heer WOESTENBERG: Wanneer men alles in de commissies wil stoppen, hetzij als onderwerp of als klaargemaakt voorstel, dan moeten de niet in deze commissies opgestelde raadsleden vrijelijk toegang hebben tot de vergaderingen van deze commissies, opdat zij kunnen horen hoe het betreffende stuk wordt behandeld. Daar geef ik honderdmaal meer voor dan voor het zo hoog opgehemelde en zo vaak gebruikte woord "inspraak". Want wat wilt u, nu zijn de mensen al kopschuw om op de publieke tribune de raadsvergaderingen bij te wonen, maar dan gelooft geen zinnig mens meer in die zogenaamde inspraak van de burgerij, want die zogenaamde commissievergaderin gen worden meestal overdag gehouden. Ik geloof er dus niet in, om dat de mensen niet zo maar ongevraagd binnenstappen bij een com missievergadering, nog afgezien van het feit dat als er een brandende kwestie is er weer zoveel mensen komen dat daardoor de inspraak ook weer onmogelijk wordt. Dan zonden p' namelijk zoveel ondeskundigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1008