2 DECEMBER 1969. 1013 Wethouder DE RAAFF: Ik wil beginnen met de beantwoording van de opmerking van de heer Van Banning, die twee part-time krach ten te weinig vindt. Mijns inziens zal dit nog moeten blijken. Ik zie inderdaad een ontwikkeling dat er meer krachten nodig zullen zijn. Men kan natuurlijk direct beginnen met een heel apparaat, maar het is misschien een wijs beleid om klein te beginnen en naarmate de be hoefte zich doet gevoelen uit te breiden. Hij vraagt vervolgens te zij ner tijd een aanvullende post op de begroting te zetten. Dat zal echter nog wel even moeten duren, want om begrotingstechnische redenen worden uitbreidingen geraamd op halfjaarbasis. De arts die hiervoor wordt aangezocht zal dus niet voor 1 juli in dienst kunnen treden en dan zal al naar het zich laat aanzien bekeken moeten worden of uit breiding van deze functie nodig is. Overigens ben ik het natuurlijk volledig met de heer Van Banning eens dat deze materie zeer belang rijk is en onze volle aandacht verdient. De vraag van mevrouw JSger is voor mij wat moeilijker te be antwoorden. Natuurlijk is er verband tussen het gebruik van drugs en de gezondheid. Dit betekent echter niet dat wij meteen de gezond heidsdienst moeten laten opdraven. Ik ben het met haar eens dat een van de ergste dingen die ouders kan overkomen is te merken dat hun kinderen drugs gebruiken, maar juist omdat het zo ongezond is, is het verboden en moet het in het geheim en in het geniep gebeuren. Juist ook omdat het verboden is, meen ik dat het de taak is van de politie toe te zien op de handel en het gebruik van deze verdovende middelen. Mevrouw Jager heeft trouwens zelf al gezegd dat het meer een taak is van de politie dan van de gezondheidsdienst. De VOORZITTER: Wat dit laatste betreft wil ik het betoog van de wethouder nog even aanvullen voor zover het om de politie gaat. Wij moeten constateren dat ook in deze stad verdovende middelen worden gebruikt, zoals dat overal elders in Nederland het geval is. Ik zal daar verder niet op ingaan, ik. wil alleen zeggen dat, zoals men niet lang geleden heeft kunnen lezen, er wel degelijk controle door de politie wordt uitgeoefend. De politie is er ook zeer attent op, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan is het gebruik vrij beperkt en is het zeker niet alarmerend. Breda ligt nu eenmaal tussen Antwerpen en Rotterdam en vele andere steden, die niet alleen economische kracht bronnen zijn maar ook nog wel een andere betekenis hebben voor Bre da. Voor zover wij het kunnen overzien is het gebruik op het ogenblik echter geen reden voor een alarmtoestand, dat wil ik naar aanleiding van de vragen van mevrouw jager gaarne vaststellen. Hetzelfde geldt vanzelfsprekend aan het adres van de heer Woestenberg. Dit was het antwoord van het college in eerste instantie. De heer VAN DUN: Het is niet mijn bedoeling de discussie te rekken, maar het valt mij op dat door het college zo ongenuanceerd wordt gesproken over verdovende middelen. Ik meen dat, op basis van het rapport van het Nationaal Bureau voor Geestelijke Volksge zondheid en het pas verschenen rapport van dr. Cohen, iets genuan ceerder benaderd moet worden, omdat er mijn« inziens een primair

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1013