2 DECEMBER 1969.
1017
gezegd.
Wel wil ik iets naar voren brengen over de vele jong getrouw
de mensen die niet direct de hoge huren kunnen opbrengen. Veel
vrouwen zouden graag willen meehelpen het gezinsinkomen te verho
gen door zelf een baan te zoeken. Wanneer men de kranten leest komt
men ook tot de conclusie dat de Nederlandse vrouw bepaald meer moet
gaan deelnemen aan het arbeidsproces. Heel veel vrouwen zouden dat
inderdaad graag willen, wanneer zij maar de kans kregen. Die kans
krijgen zij niet, omdat zij hun veelal jonge kinderen niet alleen kunnen
laten. Daarom vind ik het van het grootste belang dat hieraan van over
heidswege iets wordt gedaan in de vorm van kindercrèches, die men in
een land als Zweden bijvoorbeeld als de gewoonste zaak van de wereld
beschouwt en niet in Zweden alleen trouwens. Vele gezinnen zouden
daardoor in staat worden gesteld wel een hogere huur te betalen, zo
dat zij een goed en prettig huis kunnen bewonen en daardoor aanmer
kelijk gelukkiger zijn. Daarom wil ik wel opmerken dat de belasting
faciliteiten wat het inkomen van de vrouw betreft aanmerkelijk ver
beterd dienen te worden.
Ten aanzien van de vrijgezellenwoningen en de woonruimte
voor studenten vestig ik de aandacht van het college op het particu
lier initiatief, met het verzoek dit zo mogelijk te steunen en erop in
te haken. Ook het vormen van bijvoorbeeld een gemeentelijke stich
ting die leegstaande en voor sanering bestemde gebouwen tot haar be
schikking zou hebben lijkt mij een uitstekend idee. Dit schijnt in Gro
ningen veel succes te hebben, waardoor studerenden tegen een redelijke
huur kunnen wonen. De huren die studenten in Breda moeten opbrengen
zijn vaak onmogelijk, waarvoor zij dan veelal ook nog in een soort
grote kast leven.
Wat de huisvesting van bejaarden betreft is ook onze fractie
van mening dat het zo lang mogelijk zelfstandig blijven verre de
voorkeur geniet boven opneming in een bejaardentehuis. In enkele
plaatsen heeft men dit opgelost door de bejaarden temidden van de
bevolking te laten wonen, waar ook al een maatschappelijk werkster
of een verpleegster woont. Hierdoor kan de vaak grote eenzaamheid
van deze bevolkingsgroep worden opgevangen en kan ook zonodig
snel hulp worden geboden.
Tenslotte vragen ook wij de speciale aandacht van het college
voor de medisch urgente gevallen die vaak lang, te lang, moeten
wachten op de betere behuizing die nodig is voor hun gezondheid.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Ik had enkele soortgelijke
vragen als mevrouw Jager. Ook ik ben namelijk van mening dat het
de gehuwde vrouw mogelijk moet worden gemaakt om indien zij dat
wenst buitenshuis te gaan werken. Een onderzoek dat is ingesteld door
de Vereniging van Academisch gevormde Vrouwen heeft uitgewezen
dat er eventueel wel mogelijkheden zijn voor scholing en herscholing
van de gehuwde vrouw, maar dat daar slechts weinig gebruik van
wordt gemaakt. Een van de voornaamste oorzaken daarvan is dat men
thuis moet blijven voor de kinderen en dat men geen behoorlijke huis
vesting heeft. Derhalve ben ook ik van mening dat er crèches moeten