1034
2 DECEMBER 1969.
tarief in Apeldoorn varieert van l| cent tot 24 cent per m3. In Delft
was het 13 cent in 1968 en 14,1 cent in 1969. In Rijswijk betaalt ie
dereen 19,20 per jaar en bedrijven met een afvoer van meer dan
200 m3 betalen 16 cent per m3. Den Haag heft 5,4 cent per m3 en
bij een afvoer van minder dan 500 m3 een vast bedrag van ƒ18,
Men ziet dus hoe enorm groot de verschillen zijn en ik geloof dan ook
dat het onjuist is zonder meer te stellen dat de Bredase industrie in
een ongunstige situatie verkeert.
De heer VAN DER WERFF: Ik meen dat de cijfers die de wet
houder noemt één vermelding missen, namelijk of die inclusief of
exclusief zuivering zijn.
Wethouder BROEDERS: Wilt u die erbij hebben? Apeldoorn en
de Dommel zijn inclusief, Delft en Rijswijk exclusief zuivering. Hier
uit kan men zien dat bijvoorbeeld in Delft de prijs exclusief zuivering
belangrijk hoger is dan in Breda inclusief zuivering. Los daarvan maakt
het voor de industrie natuurlijk weinig verschil of het vuile water dat
men loost al dan niet gezuiverd wordt. Voor het lastenpakket maakt
dit niets uit. Ik meen dan ook te moeten zeggen dat men in een zeer
complex vraagstuk verzeild raakt wanneer men ongenuanceerd stelt
dat de industrie in Breda dermate zwaar belast wordt dat het vestigings
klimaat er nadelig door wordt beïnvloed.
De heer MELZER: Toch is er sprake van concurrentievervalsing.
De wethouder heeft bijvoorbeeld De Dommel genoemd. F.r is een bij
zonder grote frisdrankenindustrie aan de Dommel die enige honderden
guldens per jaar betaalt, terwijl een bedrijf in Breda dat veel en veel
kleiner is, jaarlijks vele duizenden guldens moet betalen.
Wethouder BROEDERS: Ik heb aan het begin van mijn betoog
gezegd dat er in Nederland sprake is van enorme verschillen. Wan
neer de heer Melzer uit mijn woorden wil afleiden dat wij in alle op
zichten aan de beste kant zitten heeft hij mijn betoog niet goed ge
volgd. Ik heb gezegd dat de lasten die in Nederland aan de industrie
worden opgelegd enorm gevarieerd zijn en ik meen dit ook met mijn
cijfers te hebben aangetoond» Ik kan er dan ook wel inkomen dat het
voor bepaalde industrieën in Breda niet al te gunstig ligt, die moge
lijkheid is aanwezig, maar het bewijs dat dit ook voor de industrie
als geheel geldt is op dit moment nog niet geleverd. Wanneer de
heer Melzer het geval van deze ene industrie vergelijkt met de Dom
mel heeft hij mogelijk gelijk, maar in vergelijking met een andere
gemeente heeft hij mogelijk weer ongelijk. Daarmee raakt men verzeild
in een complexe problematiek. Wanneer de wet op de verontreiniging
van het oppervlaktewater wordt ingevoerd geloof ik. dat wij in Neder
land naar een situatie gaan dat er nog wel meer lasten aan de industrie
zullen worden opgelegd. Ik hoop alleen dat het systeem dan zodanig
kan worden opgezet dat wij inderdaad tot gelijke methodes en daar
mee tot gelijke rechten komen. Wat dit betreft hebben wij er in de
voorbesprekingen met het waterschap West-Brabant heel duidelijk op