1040
2 DECEMBER 1969.
en speciaal deze wethouder hun aandacht zullen richten. Allereerst
het zogenaamde V. L. O. S.-project, dat gebaseerd is onder andere
op analyses van het oude N.O.V. - nu verjongd als A.B.O. P. - en
op analyses van de commissie basisonderwijs van het Katholiek Peda
gogisch Centrum. In de tweede plaats wijs ik op een problematiek
die vrij recent onder de aandacht is gekomen naar aanleiding van uit
spraken over het voor en tegen van het B.L. O. en waarvan de wethou
der uiteraard op de hoogte is. Ik veronderstel ook dat hij, mede vanwege
de eraan verbonden medische problematiek waarover hij wel overleg zal
plegen met zijn collega De Raaff, dit voor en tegen voorzichtig zal blij
ven volgen. Ten derde wil ik mij graag aansluiten bij hetgeen de heer
Bay ens heeft gezegd over de streekschool, waarover ik het vorige jaar
reeds heb gesproken en die naar ik heb begrepen nu gestalte zou kun
nen krijgen in samenwerking met de levensschool en de Mater Amabi-
lisschool. Wij achten dit van groot belang, omdat op verschillende
plaatsen de belangstelling voor dergelijke scholen, die zo belangrijk
zijn voor de verdere algemene ontwikkeling van de werkende jeugd,
een dalende lijn schijnt te vertonen. In dit verband missen wij al ja
ren node de rol van de Stichting Pedagogisch Centrum, waarvoor on
der nr. 30. 076 een post op de begroting staat voor subsidie. Deze
stichting verzorgt toneeluitvoeringen en beheert voorts een soort bi
bliotheek - weer een aparte bibliotheek.' -, maar maakt toch in feite
haar naam niet waar.
Tenslotte achten wij de bedragen per leerling voor de verschil
lende schooltypen in Breda zoals die worden voorgesteld verantwoord
voor een goed peil van het betreffende onderwijs. Breda staat blijkens
de statistische gegevens op een zeer aanvaardbare plaats in het lande
lijk gemiddelde, zeker wanneer wij de zeer gedifferentieerde inhoud
van het pakket in aanmerking nemen. Ook kunnen wij het standpunt
van het college delen over de televisietoestellen zoals dat met betrek
king tot artikel 72 tot uitdrukking wordt gebracht in het antwoord op
vraag 240 in het centraal rapport, al zou ik de heer Bayens erop willen
wijzen dat reeds op 22 april 1964 Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land de gemeente Vianen noopten tot het doen van een dergelijke
verstrekking. Wel meen ik dat het met betrekking tot de verstrekking
van televisietoestellen tot de taak van het college moet worden gere
kend de verantwoordelijke schoolbesturen en docenten erop te wijzen
dat een dergelijk toestel geen statussymbool moet worden, maar dat
hiermee een wezenlijk verantwoord onderwijskundig doel gediend zal
moeten zijn. Ik geloof dat dit van grote betekenis is.
Als laatste een vraag die ik niet in het centraal rapport heb
gesteld, dat wil ik nadrukkelijk voorop stellen. Ik lees in de toelich
ting van het college bij post 27.11602 met betrekking tot de G. T.S.
dat de begroting 1970 pas in 1970 bij het departement moet worden
ingediend. Zal dit, eventueel in dit jaar, maar vooral in volgende
jaren in verband met de voorgenomen nieuwbouw, geen extra proble
men opleveren? Ik leg deze vraag schoorvoetend aan het college voor.
Tenslotte nog dit: wij horen helemaal niets meer over de h. e. a.o.
Wethouder BROEDERS: Het is wat moeilijk te antwoorden, omdat