2 DECEMBER 1969. 1049 dat er daar op het ogenblik 100 zijn en in de school Beverweg 150, terwijl het er in 1967 nog 202 waren. De terugloop in de Beverweg school, dit onderschrijf ik volledig in het betoog van mevrouw De Bonte, is dus inderdaad erg, wellicht wel door de oorzaken die zij heeft aangegeven. Het tweede argument voor de toepassing van artikel 55 is het aantal niet gebruikte lokalen. De school aan de Middellaan heeft twaalf lokalen, waarvan er het vorige jaar zes in gebruik waren bij het I.T.O. Nu zegt de wethouder dat de school vijf lokalen in gebruik heeft, vier leslokalen en een lokaal voor handenarbeid. Wat is er van dat twaalfde lokaal geworden? Het is maar een kleine vraag. Het derde argument wil ik echter iets sterker naar voren bren gen. Het geraamde bedrag van de kosten als bedoeld in het eerste lie van artikel 55 bis wijkt aanzienlijk af van hetgeen voor de behoeften van een in normale omstandigheden verkerende school in de gemeen te redelijk is te achten. De raad zal dus moeten beslissen of de behoeften en het bedrag redelijk zijn. Gelukkig staat in het vraag- en antwoordboek dat de hoofden van scholen hierbij voldoende inspraak hebben, want zij kunnen het beste uitmaken wat nuttig en noodzakelijk is, hetgeen altijd gebeurt in overleg met de wethouder en zijn ambtenaren. Wanneer dit voor stel niet zou worden aangenomen konden wij direct naar huis gaan, want dat zou betekenen dat het bedrag van 134,93 moet worden verleend als vergoeding ingevolge artikel 101, plus nog 7, 50 voor administratiekosten. Het basisonderwijs in Breda telt 13.000 leerlin gen, dus dit zou een meerbedrag betekenen van bijna drie ton. Ik geloof niet dat Breda achterblijft met het bedrag per leer ling, hoewel ik hiermee misschien afwijk van hetgeen ik in vorige jaren heb gezegd. In 1963 was het bedrag 52, -- en nu 126,75, waarbij nog moet worden gevoegd het bedrag van 16, -- dat wordt betaald voor schoolzwemmen en gymnastiek. Ook de verhoging van 112, 84 in 1969 tot 126,75 in 1970 mag behoorlijk worden genoemd, want die is meer dan trendmatig. Nog twee vragen: Zouden de gesplitste bedragen van de vier openbare scholen in volgende jaren niet direct in de begroting kunnen worden opgenomen, opdat een ieder een juist inzicht heeft in de si tuatie van deze scholen? Ten tweede: Waarom worden in de begroting de bedragen voor schoolzwemmen en gymnastiek niet vermeld? Er wordt zo vaak gezegd dat Breda achter loopt, maar wanneer men het goed beschouwt zoals hier zojuist is gebeurd, dan betaalt Breda op het ogenblik ongeveer 143, -- per leerling voor het basisonderwijs. Dit bedrag ex artikel 101 is nogal eens het onderwerp van ge sprek en van persartikelen. Het vorige jaar verscheen daags na de be grotingsbehandeling in De Stem een scherp artikel van een journalist die geen deel uitmaakte van de stadsredactie. Het zou mij hier te ver voeren dit artikel in zijn geheel voor te lezen, de pers moet kri tisch zijn en soms zelfs zeer kritisch, maar het lijkt mij toch gewenst, zeker in een situatie en met een materie als deze, dat zij zich door beide kanten laat voorlichten, dan zouden de volgende uitspraken wellicht achterwege zijn gebleven: "Gebrek aan visie bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1049