1052
2 DECEMBER 1969.
maar ik wil dit dus eerst met het hoofd van de school en iedereen die
er verder mee te maken heeft bespreken.
De school aan de Middellaan verkeert in een bijzonder moei
lijke positie. Deze ligt midden in een gebied en is omringd door een
gebied waar het aantal bewoners duidelijk afneemt. Wanneer men de
ze school in westelijke richting verplaatst, moet men bovendien re
kening houden met de concurrentie van de Jan Ligthartschool van het
bijzonder neutraal onderwijs. Dit is een vrij complex probleem dat
wij ook aan de sociografische dienst hebben voorgelegd en waarover ik
bovendien een gesprek heb aangevraagd met het bestuur van de Jan
Ligthartschool. Een datum voor dit gesprek is nog niet vastgesteld.
Deze zaak heeft echter onze aandacht in die zin dat wij nagaan wat
er het beste kan gebeuren, maar als mevrouw De Bonte vraagt om een
nieuwe kans voor het openbaar onderwijs, dan ben ik persoonlijk van
mening dat die nieuwe kans voor het openbaar onderwijs het grootst
is wanneer Princenhage-West tot ontwikkeling komt. Meer kan ik er
op dit moment niet van zeggen. Ik weet niet of mevrouw De Bonte
hiermee tevreden is, maar ik heb mijn best gedaan zoveel mogelijk
te zeggen dat, rekening houdend met het gesprek met de hoofden dei
scholen dat nog moet plaatsvinden, bekend gemaakt kan worden.
De heer BA YENS: Mag ik de wethouder even onderbreken? Ik
kan mij heel goed voorstellen dat de wethouder niet zou willen in
gaan op dat artikel dat ik heb aangehaald.
Wethouder BROEDERS: Welk artikel?
De heer BA YENS: Dat artikel dat verleden jaar daags na de
begroting in De Stem stond.
Wethouder BROEDERS: Daar wilde ik inderdaad niet op ingaan.
Ik heb het toen gelezen, ik heb het nog eens gelezen, daarna heb ik
het weggelegd en uiteindelijk is het blijven liggen.
De heer Bayens heeft gevraagd hoe het kan dat het twaalfde
lokaal van de school aan de Middellaan opeens weg is, het hoofd van
de school kan het toch niet meegenomen hebben. Wanneer men dit even
nagaat is er echter wel een verklaring voor te vinden. Men heeft name
lijk een muur uitgebroken en van twee leslokalen een vaklokaal ge
maakt. Zodoende is er nu dus een lokaal minder.
Blijkbaar heb ik iets niet goed gedaan. Ik heb namelijk aan
getekend dat de heer Bayens twee vragen heeft gesteld, maar ik zie
er maar één staan. Hij vraagt namelijk of het mogelijk is dat voor
taan in de begroting de bedragen direct gesplitst per school worden
opgegeven. Ik wil wel bespreken of dit kan, het lijkt mij niet onmo
gelijk, maar ik heb wel eens het gevoel dat wij teveel gedetailleerd
alles op papier zetten en dat daardoor het inzicht in de begroting
soms vrat moeilijkhedenoplevert. Dat is soms ook wel te merken.
De heer VAN DER WERFF: Dat is heel onaardig.'