1056
2 DECEMBER 1969.
een, ik zou haast zeggen, beschamende wijze wordt omgesprongen met
een contract. Ik had dit van geen enkel college verwacht en zeker niet
van dit college. Wanneer het college bovendien stelt dat de scholen
spoedig - maar wat noemt het spoedig? - aan een adequaat sportterrein
geholpen moeten worden, dan vraag ik mij af: wat is hier de vertaling
van het woord "adequaat"? Bedoelt men weer zo'n sintelveld zonder
enige accommodatie, zonder onderhoud van gemeentewege, zonder
kleedlokalen en zonder afrastering, zodat iedereen erop kan wandelen
wanneer er circussen en kermissen zijn? Een terrein dat voor iedere
burger vrij toegankelijk is, zodat men de politie moet vragen of zij
alsjeblieft de mensen willen verwijderen omdat er les gegeven moet
worden? Ik verzoek de wethouder dan ook dringend een termijn te noe
men waarbinnen hij gaat spreken met het bestuur van deze school, op
dat op een behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verplichtingen die
de gemeente heeft ingevolge dat contract. De rijks-h. b.s. is er heel
hard aan toe van dat half-verharde veld af te komen.
Wethouder VAN BIJNEN: Ik geef toe dat er nogal wat tijd is
verlopen, maar dat moet men echt het college niet verwijten, want
de moeilijkheid is nu eenmaal dat men een terrein moet hebben dat
dicht bij de school gelegen is. Wij zijn al een hele tijd aan het onder
handelen over zo'n terrein aan de Mgr. Hopmansstraat. De heer Qua-
dekker stelt dat het college geen contact heeft met de directeur van
de rijks-h.b.s. en hij vraagt daarbij om een termijn. Ik wil daar te
genover stellen dat wij aan die termijn allang zijn begonnen» Met de
rijks-h»b.s. zijn wij al rond, die is bereid naar de Mgr. Hopmansstraat
te gaan en wil daar ook voor betalen, want het rijk neemt dit helemaal
voor zijn rekening.
Ook met het Gemeentelijk Gymnasium worden al een hele tijd
besprekingen gevoerd en wij wachten nu op het moment dar deze school
bereid is een terrein aan de Lovensdijkstraat te betrekken. Ik verwacht
dat wij binnen veertien dagen - maar men moet mij niet aan deze ter
mijn binden - een oplossing voor dit probleem zullen hebben en ik
geloof dat deze oplossing in overeenstemming is met de wens van de heer
Quadekker en zeker van de 750 leerlingen van de rijks-h.b.s.
De heer QUADEKKER: Ik dank de wethouder voor zijn antwoord.
Ik zal hem niet binden aan een termijn van veertien dagen, maar ik
zal die wel in het achterhoofd houden.
Paragraaf 4b: bijzonder voortgezet onderwijs.
Paragraaf 5: wetenschappelijk onderwijs.
Paragraaf 6: onderwijs voor zover niet te verantwoorden in de vorige
paragrafen.
Paragraaf 7: cultuur en recreatie.
Mevrouw J3.GER-MID DELBEEK: Ik wil graag iets naar voren