1068. 2 DECEMBER 1969. doorwerken.' de Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of er een actief kur beleid kan worden gevoerd in het organiseren van sportinstuiven voor dat de jeugd en evenmin heb ik de toezegging gekregen dat men in de der toekomst een slagvaardig beleid zal blijven voeren en dat men niet wal zal schromen voor experimenten. ge\ De wethouder stelt dat hij de bezwaren die ik heb opgesomd bes overdreven acht en dat de jeugdsubsidieregelingen wel degelijk flexi bel worden toegepast, maar dat moet ik op grond van waarnemingen ove uit de praktijk beslist bestrijden. Mijn mening is dat hij te ambtelijk voc wordt benaderd en daar wil ik hem voor waarschuwen, maar de wethouder ma mag er gerust een andere mening op na houden. dee De oplossing voor de vakkrachten die de wethouder heeft aange- fel haald is een tijdelijke, dac is een oplossing ad hoe geweest. Ik heb be- de toogd dat er een regeling dient te komen, omdat daar groepen op zit- ser ten te wachten. Hoe luidt nu de regeling voor de vergoeding van vak- krachten? Het is mij niet bekend dat daar al enige studie van gemaakt cel is, maar als het anders is zal ik dat graag vernemen. Overigens zal ik doe als lid van de afdeling voor financiën de laatste zijn om geen begrip boe te hebben voor het feit dat er geen geld is om alles maar meteen tz hoi realiseren. spe Met voldoening heb ik gehoord dat er allerlei besprekingen gaande zijn om tot de realisering van gebouwen te komen, ik ben blij voi met deze activiteit. Geen antwoord heb ik gehad op hetgeen ik heb ge- fel zegd over de benadering van de totale werkende jeugd, ik ben name- ke lijk van mening dat daar te weinig aan wordt gedaan. ïk heb slechts vit willen stellen dat wij actief moeten blijven in de jeugdsector, ik ben j ee het helemaal met de wethouder eens dat de jeugd geen aparte groep pa! vormt en dat wij haar bij alle mogelijke zaken moeten betrekken. ac Ik heb vooropgesteld dat ik alle waardering heb voor het beleid me van het college, maar ik kan mij niet voorstellen dat de wethouder de lei kritiek die ik heb geoefend en die voortkomt uit de praktijk, niet zou ge kunnen weerstaan. zu De heer KRAMER: Als ik goed ben voorgelicht schijnt ludiek te en betekenen "experimenteel speels". Dit vertalende in de situatie van ge dit ogenblik, namelijk wederom de behandeling van jeugdproblemen m< na 12 uur, leg ik mijzelf ludiek de beperking op in tweede instantie M verder te zwijgen. wi di< Wethouder VAN BIJNEN: Ik geloof dat ik er verstandig aan doe het kort te houden. De heer Spanjer vraagt naar de leiding. Ik heb gezegd ik dat men bij de sportdienst denkt over een organisatie die in samenwer- ze king met de wijkcomité's, het Jeugd- en Jongerencentrum en de stich ting Jeugdrecreatie die leiding moet bevorderen. Dit zal ongetwijfeld op de volgende begroting een extra post tot gevolg hebben, maar er w wordt om gevraagd en er is duidelijk behoefte aan. Misschien heb ik een beetje te scherp gereageerd en daarmee de wijkcomité's te slecht behandeld, mijnheer Van Duijl. Het is natuurlijk niet waar dat er niets gedaan is. Het comité dat zich bezighoudt met d<

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1068