2 DECEMBER 1969.
1075
beëindigd, maar alle resultaten van dit onderzoek zijn nog niet op
schrift gesteld. Ik had gehoopt dit rapport voor de begrotingsbehan
deling aan de raad te kunnen aanbieden, want er is een enorme hoe
veelheid gegevens ter beschikking gekomen, maar dat is niet gelukt.
Er werken namelijk vele mensen aan mee en een ketting is altijd zo
sterk als de zwakste schakel. Als op een gegeven moment één man
verstek laat gaan, gaat de hele zaak niet door. Ik heb echter de
stellige overtuiging dat dit rapport nog dit jaar aan iedereen zal kunnen
worden aangeboden. Op grond van dat rapport kunnen wij ons dus bera
den en besluiten wat er in een volgende fase moet gebeuren. Daar is
mij op dit moment echter nog niets van bekend.
Overigens wil ik er wel bij zeggen dat het geen boek wordt
of een zeer dure uitgave. Het zal op een zeer eenvoudige wijze worden
gedrukt of gestencild, maar men houde mij ten goede dat ik niet met
al die druktechnieken op de hoogte ben.
Dan kom ik nu aan het punt van de huisvesting van de buiten
landse gastarbeiders. Ik wil dit probleem niet los zien van het gehele
huisvestingsvraagstuk. Het is wel duidelijk dat er aan de huisvesting
van buitenlandse arbeiders specifieke problemen kleven en ik meen
dan ook dat wij, zo hier al niet een taak ligt voor de overheid, toch
minstens moeten proberen deze problemen zoveel mogelijk in de hand
te houden en in goede banen te leiden. Dit is geen taak die de gemeen
te mijns inziens alleen aan kan. Dit zal moeten gebeuren in overleg
met deskundigen, met de stichting Bijstand Buitenlandse arbeiders en
de bedrijven, want inderdaad is, zoals door verschillende sprekers is
gezegd, deze zaak opgelost als de bedrijven het regelen.
De heer Melzer ziet het venijn in de staart wanneer hij zegt
dat de G. G. D. te studentikoos en nonchalant met deze zaak zou om
springen.
De heer MELZER: Beoordelen!
Wethouder DE RAAFF: Of beoordelen. Ik geloof dat niet. Ik
heb ook met de G. G.D. gesproken en men heeft mij gezegd, zoals
meen ik ook door de heer Van Gastel is gesteld, dat de G. G.D. de
grootste moeite heeft om binnen te komen. Voordat de G. G. D. con
trole kan uitoefenen op de hygiënische toestanden zal er een andere
verordening moeten komen.
De heer MELZER: In gezelschap van de politie kan men te
allen tijde binnen komen.'
Wethouder DE RAAFF: Dat is een oplossing die op dit moment
dan ook wordt geprobeerd, maar dat betekent niet dat er bij de
G.G.D. te nonchalant en studentikoos over deze zaak wordt gedacht..
De heer Van Gastel heeft gevraagd of het college het initia
tief wil nemen tot een gecoördineerde aanpak in samenwerking met
de verschillende instanties die hierbij zijn betrokken. Ik kan hier be
vestigend op antwoorden; er zijn reeds contacten gelegd, maar het
is nog niet tot een initiatief gekomen.