1080
2 DECEMBER 1969.
opcenten op de hoofdsom der personele belasting.
Paragraaf 2: Algemene uitkeringen en bijdragen.
De heer VAN BANNING: In het antwoord op vraag 16 wordt ge
wezen op de toekomstige belasting op onroerend goed als gemeente
lijke bron van inkomsten. Onlangs hebben wij een concept-overeenkomst
gezien met de gemeente Prinsenbeek, waarin niets stond over deze be
lasting. Ik zou het college willen vragen of dit de aandacht heeft en
of in een nieuwe overeenkomst met Prinsenbeek een regeling wordt
getroffen met betrekking tot deze belasting op onroerend goed.
Wethouder BROEDERS: Ik zou niet weten wat ik daar op dit mo
ment op zou moeten antwoorden. Mag ik dit nagaan?
De VOORZITTER: Akkoord.
Hierna wordt hoofdstuk XI zonder hoofdelijke stemming onge
wijzigd vastgesteld, terwijl het voorstel tot verhoging van het aantal
opcenten op de hoofdsom der personele, belasting met algemene stem
men wordt aangenomen.
Hoofdstuk XII: KASVOORZIENINGEN.
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
ongewijzigd vastgesteld.
Hoofdstuk XIII: Paragraaf 1: diverse inkomsten en uitgaven;
Paragraaf 2: onvoorziene uitgaven.
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
ongewijzigd vastgesteld.
Hoofdstuk XIV: VERREKENINGEN.
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
ongewijzigd vastgesteld.
VASTSTELLING VAN DE GEMEENTEBEGROTING 1970 IN ZIJN GEHEEL.
Hierbij is tevens aan de orde de eerste wijziging van de begroting van
de algemene dienst.
De gemeentebegroting 1970 wordt tenslotte zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
De eerste wijziging van de begroting van de algemene dienst
wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd.
De heer QUADEKKER: Nu wil ik toch wel een hamerklap horen.'
De VOORZITTER: Dames en heren. Aan het einde van deze