2 DECEMBER 1969.
1081
vergadering wil ik u hartelijk dankzeggen voor het bijzonder omvang
rijke werk dat door u is verricht. De discussies zijn soms wat fel ge
weest naar ik meen, maar vanzelfsprekend dragen die geen persoon-
e" lijk karakter.
Ik heb uitgerekend - en dit is een mijlpaal in de geschiedenis
omst van Breda, zeker wat de tijdsduur betreft - dat wij gedurende 26 uur
'e~ en 10 minuten bijeen zijn geweest om de begroting te behandelen. In
de 717 jaar dat Breda stad is, is het geloof ik nog nooit omvangrijker
geweest. Ik meen ook dat wij een goed gebruik hebben gemaakt van
onze microfoons. Het aantal interrupties is niet gering geweest; ik ge
loof dat wij dat nog een beetje moeten leren, waarbij ik mijzelf be-
l0~ paald niet uitsluit.
Ik zeg u nogmaals heel hartelijk dank, ik hoop dat wij, de
raad en het college van burgemeester en wethouders, met elkaar en
ieder op zijn eigen plaats de verantwoordelijkheid in het komende
jaar zullen kunnen dragen.
De heer VAN WERKHOOVEN: Gaarne wil ik tot besluit namens
de gemeenteraad het college en de ambtenaren dank betuigen voor
het vele werk dat tijdens deze begrotingsdebatten is verricht. Het is
mij wel opgevallen dat er, hoewel er nu en dan wel een vonkje te be
speuren was, er een bepaalde matheid te constateren viel, wellicht
hier en daar veroorzaakt door het geven van colleges, zij het niet door
óns college. Ook klonk teveel op ons Stadserf wat is voorbehouden aan
het Binnenhof en de concrete Bredase problemen niet regardeert.
Efficiency komt nogal eens ter sprake in deze raad wanneer
er wordt gesproken over diensten en bedrijven, maar helaas heeft de
nu gelukkig achter ons liggende - begrotingsbehandeling in dit op
zicht een weinig opwekkend beeld te zien gegeven.
Gaarne wens ik een spoedig en algeheel herstel toe aan de da
mes Krens-Wagtmans en Stockmann-Van der Kallen en tenslotte spreek
ik een woord van waardering uit aan het adres van de versterkte pers-
vertegenwoordiging, die geen gemakkelijke taak heeft gehad bij deze
slijtageslag.
Een laatste vraag; moeten wij het nu zonder het dichterlijke
verslag van onze besprekingen door mevrouw Van Mierlo doen? Ten
slotte wens ik allen een bijzonder prettig Sint Nicolaasfeest toe en mogen
de goede gaven de gard overtreffen.