1107
18 DECEMBER 1969.
personeel inderdaad een stap terug zou betekenen, dan is de zaak voor
mij ook volkomen duidelijk en dan zeg ik ook "nee" tegen een koop
avond, Daarover wil ik beslist geen twijfel laten bestaan.
Dan komt er echter een andere vraag aan de orde. Heeft men
onderzocht hoe het personeel er tegenover zou staan wanneer er garan
ties waren voor een reële compensatie ten aanzien van de werktijd,
bijvoorbeeld in de vorm van een vrije ochtend of middag en/of een
financiële tegemoetkoming? Ik zeg niet dat zij het dan wel zouden
willen, maar heeft men dit bekeken? Wellicht zouden er in dat geval
velen zijn die er wel voor voelen. Een andere mogelijkheid is wellicht
dat er een aantal mensen is die voor één avond per week een bijver
dienste willen hebben, door als vervanger op te treden voor het jeug
dige personeel dat na 6 uur 's avonds niet meer mag werken. Natuur
lijk brengt dit voor de ondernemers hogere kosten met zich mee, daar
is ook al op gewezen, en men vreest dat die hogere kosten zullen wor
den doorberekend in de prijzen. Ook prijsverhoging is volgens mij een
afdoend argument tegen een koopavond wanneer mij dat wordt aange
toond.
De heer VAN DER WERFF: Dat mag niet eens van De Block.'
De heer VON SCHMID: Kijk eens aan, maar goed, als een
koopavond prijsverhogingen tot gevolg zou hebben, zou ik er ook tegen
zijn.
Men vergeet echter een van de motieven die naar ik aanneem
mede ten grondslag heeft gelegen aan het verzoek om een koopavond,
namelijk de mogelijkheid van een hogere omzet. Men zegt wel dat
de consument zijn geld maar eenmaal kan uitgeven, maar dan rijst na
tuurlijk wel de vraag waarom er koopavonden zijn met Sint Nicolaas
enz. Staat het vast dat door een koopavond de omzet niet zal stijgen?
Wanneer men mij daar een duidelijk antwoord op kan geven zal ik
daar heel blij mee zijn.
Bij deze stelling dat geld maar eenmaal kan worden uitgegeven
mag men echter niet vergeten dat het mes aan twee kanten snijdt. Op
het ogenblik is namelijk de praktijk dat vooral in Breda-Noord nogal
wat mensen gebruik maken van de koopavonden in Etten en Oosterhout.
Ook in Roosendaal heeft men gisteren of eergisteren het voorstel tot in
stellen van een koopavond aangenomen en het is dus helemaal niet on
denkbaar dat vele Bredanaars in de toekomst de auto zullen pakken en
naar Roosendaal rijden. Dit zijn factoren die schadelijk kunnen werken
voor de functie van Breda als koopcentrum.
Tenslotte ben ik van mening dat een koopavond de levendigheid
van de stad in de avonduren ten goede zou komen en dat, om maar iets
te noemen, de horeca-bedrijven er wel bij zullen varen. Ik stel voorop
dat ik hier vanavond beslist niet wil pleiten voor het zomaar zonder
meer, zonder gefundeerde gronden, instellen van een koopavond, maar
wel vind ik dat het voorstel om het niet te doen zoals het hier in feite
voor ons ligt, niet voldoende is uitgewerkt en dat niet alle gezichtspun
ten daarbij zijn betrokken. Ik vind dat heel jammer en ik zou het