1117 18 DECEMBER 1969. Hierna wordt het preadvies van burgemeester en wethouders zon der hoofdelijke stemming overgenomen. 18.VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND SUBSIDIE VOOR 1968 TEN BEHOEVE VAN DE STICHTING KATHOLIEKE GEZINSZORG TE BREDA. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 19. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET PLAATSEN VAN EEN AANTAL PARKEERMETERS IN DE WILLEMSTRAAT. De heer VAN WERKHOOVEN: Dit voorstel is behandeld in de raads- afdeling voor openbare werken, maar omdat de heer Melzer helaas ziek is zal ik in zijn plaats het woord voeren. Wij hebben allen een brief ontvangen van de bewoners van de Willemstraat, waarin wordt gevraagd om parkeermeters, niet aan de kant van de V.V.V.maar aan de overkant. Hetgeen in deze brief wordt gevraagd vind ik zeer reëel. In het stuk wordt er ook op gewezen dat de verkeerscommissie met dit voorstel akkoord gaat. Dit onderwerp is meermalen in de verkeerscommissie besproken en die besprekingen zijn nogal eens wisselvallig geweest. Daarin werden de voor- en nade len tegenover elkaar gesteld en dit had tot gevolg dat men niet bepaald eensgezind was. Er zijn gevallen geweest dat wij volledig achter het plaatsen van parkeermeters stonden, omdat het een reële oplossing was, zoals bij voorbeeld bij het politiebureau. De verkeerscommissie is dan ook wel akkoord gegaan met dit voorstel, maar schoorvoetend en met veel op en aanmerkingen. Nu wij deze brief hebben gekregen van de bewoners van de Wil lemstraat, wil ik burgemeester en wethouders vragen of zij bereid zijn het daarin gedane verzoek over te nemen, in dier voege dat er alleen parkeermeters zullen worden geplaatst aan de kant van de V.V.V. en het Bureau Meeüs, althans voorlopig, want laten wij er geen doekjes om winden: het gaat alleen om deze twee bedrijven. Ik voel heel goed dat het vooral voor de V.V.V. van belang is dat buitenlanders en men sen van buiten de stad gelegenheid hebben even hun wagen neer te zet ten. Zij zouden natuurlijk ook, zoals in de verkeerscommissie naar voren is gebracht, 50 meter verder op het Stationsplein kunnen parke ren. Dat weet een Bredanaar wel, maar een vreemdeling niet. Het bezwaar van de overkant is, dat de bewoners - die vrijwel allemaal een auto hebben - daar nauwelijks nog hun auto kwijt kunnen. Wanneer het gewone parkeermeters zijn kunnen zij hun wagen er wel 's avonds na 6 uur neerzetten, maar dan moeten ze 's morgens om 8 uur gauw naar beneden om geld in de meter te gooien. Wanneer er aan die kant geen parkeermeters komen, heeft dat dus het voordeel dat die mensen 's avonds hun wagen kunnen parkeren en 's morgens weggaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1117