1125 18 DECEMBER 1969. De heer BA YENS: Het voorstel zoals het hier gedrukt staat is maar klein en het gaat ook om een klein plein, maar toch zijn er bij mij enkele vragen gerezen en ook een bezwaar. In de eerste plaats staat in het midden van het stuk: "wij hebben de directeur van openbare werken gevraagd een plan te ontwerpen, het welk het parkeren van wagens op het middengedeelte van de Havermarkt onmogelijk maakt". Er moet dus een ander deel zijn, waar parkeren wel mogelijk is. In de tweede plaats zal het aanzien van het pleintje niet worden geschaad door de hardstenen banken en paaltjes die er zullen worden geplaatst wanneer dit voorstel wordt aangenomen. In de derde plaats heb ik wel een beetje bezwaar tegen de argumentatie. U zegt dat op het middengedeelte van de Havermarkt frequent wordt ge parkeerd, tegen welk euvel door de politie bezwaarlijk kan worden opge treden omdat er een ruimte aanwezig is die als het ware een uitnodigen de invloed heeft op degenen die hun wagen willen parkeren. Als ik de stad rond kijk geloof ik dat dit wel voor verschillende straten en plei - nen geldt. De Ginnekenstraat bijvoorbeeld nodigt ook uit tot parkeren, zelfs tot dubbelparkeren, zoals ik gisteren en eergisteren samen met anderen heb geconstateerd. Wanneer in het gezin, de school of het bedrijf een maatregel wordt getroffen en die maatregel wordt door de verschillende personen voor wie die maatregel bestemd is overtreden, is dat dan niet een ze ker teken van zwakheid wanneer men zegt: laten wij die maatregel maar intrekken want men houdt zich er toch niet aan? Ik heb er begrip voor dat men niet, zoals de wethouder zojuist heeft gezegd, alle ver keersmaatregelen en -verboden kan nalopen, want dan zou er een ik weet niet hoe groot aantal agenten permanent op verschillende plaat sen moeten staan om alle overtreders te verbaliseren. Ik heb echter bezwaar tegen dit argument en ik kan er dan ook echt niet mee akkoord gaan dat men om deze reden door het plaatsen van hardstenen paaltjes en bankjes op de Havermarkt de mogelijkheid tot parkeren wegneemt. Ik heb eens met iemand gesproken die in het buitenland - het is maar een heel eenvoudige gedachte - eenzelfde plein had gezien. Daar mocht ook niet geparkeerd worden. Men had daar in de grond stalen buizen gezet, waarin een paal stond die men moest verwijderen wanneer bijvoorbeeld vrachtwagens moesten laden of lossen. Naderhand moesten die palen weer teruceezet worden. Het is maar een suggestie. Nogmaals, ik heb geen bezwaar tegen dit voorstel, ook niet tegen het bedrag - dat vind ik niet zo erg -, maar wel tegen het gebruikte argument. De heer VAN DER WERFF: Ik ben bijzonder verheugd met dit voorstel. Ik vertrouw dat de Havermarkt door die stenen banken enz. verfraaid wordt en nog plezieriger dan nu reeds het geval is. Speciaal ben ik verheugd omdat ik reeds herhaalde malen heb gevraagd wat het college van plan was te doen tegen dat parkeren. Het komt mij voor dat er nu inderdaad iets zal worden gedaan. Ik had hierover een lang betoog willen houden, maar gezien de tijd, het agendapunt en de lengte van de rest van de agenda en ook gezien het betoog van de heer Bayens zal ik daar van afzien. Ik sluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1125