1135 18 DECEMBER 1969. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS: Inderdaad, daarom zeg ik ook dat het niets uitmaakt of ik dit bij punt 50 of bij punt 49 stel. Ik vind het een algemeen probleem dat men die mensen, die meestal hun slaapkamers aan de galerij hebben, vrijwel volledig van hun privacy berooft. Wethouder VERMEULEN: Inderdaad zullen er ook aan deze wo ningen bezwaren kleven, maar zo is het nu eenmaal meestal: men kan het doen en men kan het laten en dan moet men het een tegen het ander afwegen. Mevrouw Van Mierlo zal zich uit de vroegere dis cussies in de raad over dit type woning herinneren, dat wij juist vanwe ge die privacy de ramen van de keukens, waar de vrouw des huizes regel matig verkeert, nogal hoog wilden laten maken. Daartegen werd toen, juist van de kant van de V.A.C,bezwaar gemaakt. Die ramen moesten lager worden gemaakt, omdat men anders niet naar buiten kon kijken. Daar stonden dus twee opvattingen tegenover elkaar. Uit een oogpunt van privacy wilden wij de ramen zo hoog maken dat men niet naar bin nen kon kijken, maar aan de andere kant werd weer invloed uitgeoe fend om die ramen lager te maken, omdat men naar buiten wilde kun nen kijken. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS: Voor een keuken kan ik mij dat voorstellen, maar voor een slaapkamer ligt dat bezwaar natuurlijk heel anders. Wethouder VERMEULEN: Ja, maar dat is hetzelfde als men dicht aan de straat woont en een slaapkamer aan de straatkant heeft. Ik geef toe, een galerijwoning heeft natuurlijk beperkingen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 51. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HF.T RE- SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 12. 800, - - TEN BEHOEVE VAN HET PLAATSEN VAN EEN HALFSTEENSMUUR TEGEN DE PANDEN ORANJEBOOMSTRAAT 14 en 37. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 52. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE EXPLOITATIE VAN HET BADHUIS. De heer DE GIJSEL: In de mededeling wordt gesteld dat de ope ningstijd op vrijdag komt te vervallen. Naar aanleiding hiervan wil ik vragen of ër een telling is gemaakt van het aantal bezoekers op vrij dagmiddag en op zaterdagmiddag. Wanneer u tot de conclusie komt dat het aantal bezoekers op zaterdagmiddag kleiner is dan op vrijdag middag, is hiertoe dan besloten omdat het efficiënter is op vrijdagmid dag gesloten te zijn dan op zaterdagmiddag? Het lijkt mij namelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 1135