13 MAART 1969
116
Wethouder VERMEULEN deelt mede dat deze zaak intern met de
technische dienst en met de directie van Het Turfschip uitvoerig
besproken is.
Hij kan er aan toevoegen dat niet iedereen hierover vanaf het begin
dezelfde mening had, maar uiteindelijk is men tot overeenstemming
gekomen en hij gelooft dat het verstandig zou zijn uitvoering te
geven aan hetgeen in dat overleg overeengekomen is.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
7. VOORSTEL TOT ONDERHANDSE AANBESTEDING VAN DE CENTRALE
VERWARMINGSINSTALLATIE IN HET HOOFDGEBOUW VAN DE
RIOOLWATERZUIVERINGSINRICHTING (R.W.Z.) NABIJ NIEUWVEER.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
8. VOORSTEL TOT HET STICHTEN VAN EEN COMPLEX VAN 48
EENGEZINSWONINGEN ZIJNDE DE VOLTOOIING VAN HET
PROJECT VAN 452 WONINGEN IN HET UITBREIDINGSPLAN
"HEUSDENHOUT" MET STEUN UIT S RIJKSKAS INGEVOLGE
DE WONINGWET.
De heer VAN DUIJL zegt dat het hem duidelijk is dat deze 48
woningen als sluitstuk van een geheel van 452 woningen gebouwd
worden.
In de vergadering van juni 1968 werd door de raad een voorstel aange
nomen voor de bouw van 96 gelijksoortige woningen.
Hoewel de cijferopstellingen in beide voorstellen nogal afwijken,
waardoor een vergelijking wat moeilijker wordt, wil hij toch een
vergelijking maken tussen het voorstel van juni 1968 en dit voorstel.
Hierbij rijzen dan toch wel enkele vragen. Zijn eerste vraag heeft
betrekking op de installatiekosten van de centrale verwarming.
Hoewel er in dit stuk geen bedragen genoemd zijn, neemt hij aan
dat de verwarming van deze 48 woningen gelijk zal zijn aan die van
de 96 woningen. In 1968 werd voor de installatiekosten een totaal
bedrag van 229.824, - uitgetrokken. In het nu voorliggende stuk
staat voor installatiekosten een bedrag van 116.220, - vermeld,
waarbij dan nog een bedrag van 22.922, - komt voor de bouwkundige
kosten voor de centrale verwarming. Deze post valt dus in twee stuk
ken uiteen.
Zijn volgende vraag betreft de advieskosten voor de centrale verwar
ming. In 1968 werd voor de bouw van 96 woningen een bedrag van
1.016, - opgevoerd, terwijl nu voor 48 woningen een bedrag van
1.162, - wordt opgevoerd. Het is hem duidelijk dat de prijsstijgingen,
die in de loop van het jaar hebben plaatsgevonden, hierin verdisconteerd
moeten worden.
Maar desondanks zouden zijns inziens de kosten voor deze 48 woningen
lager moeten zijn dan voor de 96.
Verder wil hij nog een opmerking maken over de post verharding
achterpaden. In dit stuk is hiervoor een post van 4.100,--opgevoerd,