118
13 MAART 1969
De heer VAN DUIJL zegt dat de wethouder heeft gesteld dat ook in het
voorstel van 1968 de kosten voor de verharding van de achterpaden waren
opgenomen. Hij verschilt hierover met de wethouder van mening.
In het voorstel van 1968werdendeze kosten niet als afzonderlijke post
opgenomen.
Wethouder VERMEULEN interrumpeert de heer van Duijl en vraagt hem
of hij spreekt over het voorstel van het najaar 1968. Als dat niet het
geval is, vreest hij dat zij langs elkaar heen praten.
De heer VAN DUIJL antwoordt dat hij spreekt over het voorstel van 12
juni 1968.
Wethouder VERMEULEN zegt te zijn uitgegaan van het voorstel van
oktober 1968.
Hierop stelt de heer VAN DUIJL voor de discussie te beëindigen.
Wethouder VERMEULEN verzekert de heer van Duijl dat het voorstel
van oktober 1968, qua kostensoortenopstelling volkomen gelijk is aan
het thans voorliggend voorstel.
Spreker wil verder, om een mogelijk verkeerd begrip bij de raad weg te
nemen, graag nog enige toelichting geven over de in het voorstel ge
noemde huurprijs. Hij heeft nieuwe gegevens ontvangen die hij de raad
niet onthouden wil. Deze gegevens hebben bij spreker de indruk gewekt,
dat de huur zich wel in opwaartse richting zal gaan bewegen, als gevolg
van kostenverrekeningen die nog moeten plaatsvinden.
Deze verrekeningen betreffen onder meer de lonen, de B. T.W. op de
materialen en meerkosten funderingen. Dit zal tot gevolg hebben dat
de in het voorstel genoemde huur van 164,80 waarschijnlijk zal stijgen
tot 182,50 per maand. Dit bedrag van 182,50 durft hij niet als defini
tieve huurprijs te noemen, daar de gegevens nog nauwkeurig bekeken
moeten worden.
Maar het ligt wel in de reden om aan te nemen dat de huur in ieder
geval hoger zal liggen dan 164,80.
De heer VAN DUIJL haalt de laatste alinea van pagina 2 aan:; "Zoals
wij evenwel in een eerder voorstel al hebben medegedeeld, is het
raadzaam en ligt het ook in de bedoeling om de huurprijs van alle
452 woningen in dit gedeelte van Heusdenhout door samenvoeging van
de complexen te nivelleren". Hij meent dat dit de zaak in feite
bemoeilijkt, maar hij neemt aan dat de huurprijs van deze woningen in
zijn totaliteit genivelleerd zal worden, zodat men voor alle woningen
een zelfde huur krijgt.
Wethouder VERMEULEN zegt dat men daartoe volgens voorschriften
van het rijk, zelfs verplicht is, daar woningwetwoningen die in een
periode van 5 kalenderjaren gereedkomen, gecombineerd moeten
worden, hetgeen tot huurnivellering leidt