134
13 MAART 1969
Het is spreker niet mogelijk om nu maar meteen te zeggen er is een
uitspraak gevallen, dus het zal wel juist zijn. Hij zou graag willen
weten op grond waarvan deze uitspraak gedaan werd.
De wethouder maakt het in zijn berekening nog moeilijker door er ook
het door de brouwerij te leveren gedistilleerd in te betrekken. Bij zijn
weten worden door een brouwerij wel de frisdranken, maar niet het
gedistilleerd geleverd.
Spreker's derde bezwaar is dat uit de berekening blijkt dat de vergoe
ding zelfs hoger zal worden dan de werkelijk geleden schade. De wet
houder heeft aangetoond dat de voordeligste manier voor de berekening
van de schadevergoeding, die op basis van de huur is en noemt dan een
totaalbedrag van 21.840, terwijl er van aanwijsbare schade hele
maal geen sprake is.
Al met al is dit voor spreker zeer onbevredigend. Hij vindt het jammer
dat hij over deze bijkomstigheden in het openbaar moet spreken, deze
horen thuis in de afdelingsvergadering. Spreker heeft geprobeerd om
deze kwestie daar terug te brengen. Dit is hem niet gelukt en hij wordt
nu wel gedwongen deze in de openbaarheid te brengen. Door de bij hem
gerezen bezwaren, moet spreker dan ook stellen dat hij deze wijze van
behandeling onbevredigend vindt. De zaak is voor hem nog niet duidelijk
genoeg om met het voorstel akkoord te kunnen gaan.
Wethouder VERMEULEN kan zich de theoretische vraagstelling van de
heer van Loon met betrekking tot het onbeperkt aantal onderhuurders,
levendig indenken, te meer daar hij toen hij met deze regeling gecon
fronteerd werd zichzelf ook heeft afgevraagd, hoever gaat men met
het aantal onderhuurders. Spreker weet niet of de wet ter zake beper
kingen aanlegt, maar hij neemt aan dat men economisch bij een zake
lijk object, wel een grens zal trekken.
In deze bedrijfstak,vervolgt spreker, is deze vorm van onderhuur echter
een zeer normale gang van zaken, met dien verstande dat buiten dis
cussie moet staan of het reële of niet-reële onderhuurders betreft.
De exploitatievorm 'als zodanig is een volkomen aanvaard gegeven.
Hij meent dat men niet moet gaan praten over eventueel mogeli jke
geconstrueerde gegevens. In voorkomende gevallen zullen deze op
hun eigen merites bekeken moeten worden. Het gegeven waarvan
in het onderhavige voorstel sprake is, is echter een volkomen normale
zaak.
Het bevreemdt spreker dat de heerban Caulil zegt dat de vergoeding,
die uitgekeerd wordt, zelfs lager blijkt te liggen dan de schade die
de onderneming lijdt, hij meent dat hier van een misverstand sprake
moet zijn, daar spreker dit niet gezegd heeft.
De heer van Caulil heeft ook beweerd dat de uit te keren vergoeding,
genoemd in het voorstel, hoger zou liggen dan de schade die betrok
kene in wezen zou lijden. Dat is echter een bewering zonder bewijs
voering.