135
13 MAART 1969
Betrokkene heeft ingevolge de wet een keuze uit twee mogelijkheden.
Hij mag schadevergoeding claimen op basis van de inkomsten, over
de laatste drie jaar of op basis van de huur over de laatste acht jaar.
Betrokkene berekent dat de schadevergoeding op basis van het inko
men lager ligt dan op basis van de huur, maar hij berekent niet dat
hij daardoor meer schadevergoeding krijgt, dan hij aan schade lijdt.
Dit is zelfs helemaal niet in het geding. Het is eenvoudig een kwestie
van mogen kiezen tussen twee geobjectiveerde methoden, zonder
dat betrokkene bij de keuze behoeft uit te gaan van het feit hoeveel
de schade concreet beloopt. Het is mogelijk dat hij meer schade
lijdt, maar het is ook mogelijk dat hij minder schade lijdt. In elk
geval, waar deze verordening wordt toegepast, zal men met deze
objectieve normen rekening moeten houden, zelfs al heeft betrokkene
in het geheel geen schade.
Interruptie heer VAN CAULIL: "In de 3e alinea van de toelichting
op het voorstel staat letterlijk: de vergoeding van de werkelijke
schade".
Wethouder VERMEULEN merkt op, dat het werkelijk niet in zijn
bedoeling ligt een zaak, tegen iemands eerlijke overtuiging in, door
te drijven.
Hij zou graag bereid zijn het voorstel nogmaals in discussie te nemen
maar hij kan op dit ogenblik niet overzien, wat dat voor de voortgang
van het werk zou betekenen. Het pand ligt juist tussen de van Bergen-
straat, de Zoutstraat en de Prinsenkade en aanhouden van het voorstel
zou stagnatie van een maand betekenen
Als de raad het voorstel wil aanhouden, zou spreker willen voorstel
len, dat de afdeling voor openbare werken op" korte termijn bij elkaar
komt om deze zaak nader te bespreken. Indien de resultaten van deze
bespreking dan in overeenstemming blijken te zijn met het voorstel
zou hij - indien de raad daarmee akkoord zou willen gaan de beslis
sing aan de afdeling voor openbare werken willen delegeren.
Mevrouw VAN MIERLO vraagt of dit mogelijk is. Zij is van mening
dat een besluit in het openbaar genomen moet worden.
De heer MELZER merkt op dat hij niets voelt voor voorkeurposities,
voor welke groepering dan ook.
De heer VAN LOON moet de heer van Caulil inderdaad gelijk geven,
dat de door hem genoemde alinea aanleiding tot misverstand geeft,
daar gezegd wordt dat de schadeloosstelling gebaseerd wordt op het
bedrag van de werkelijke schade, welke schade maximaal 3x de
nettojaaropbrengst of 8xde jaarhuur mag bedragen. Mogelijk is door
deze argumentering het misverstand gerezen.
Op de vraag van de VOORZITTER of een van de raadsleden het
voorstel wenst aan te houden, antwoordt de heer van Caulil bevestigend.