137
13 MAART 1969
De heer VAN DUIJL merkt op dat in het Brabantpark nabij de hoek
Mgr. Leijtenstraat tussen de bomen een beeld staat. Hoewel hij daar
dikwijls voorbijkomt is het hem eerst in het najaar opgevallen dat dat
beeld daar stond. Als de bomen bladeren hebben is het namelijk niet
te zien.
Daar hij het beeld toch wel het aanzien waard vindt, vraagt hij te
willen bezien of het zodanig geplaatst kan worden dat het ook in
betere jaargetijden zichtbaar is.
Mevrouw STOCKMANN vraagt zich af, naar aanleiding van een
circulaire van het ministerie van volkshuisvesting van 10 februari 1969,
of het gesprek dat op 20 november 1967 met de bouwcorporaties ge
opend werd en op 8 augustus 1968 werd afgebroken, thans op korte
termijn voortgang zou kunnen vinden.
Tijdens de begrotingsbehandeling is gebleken dat door het college
het standpunt werd ingenomen dat hieraan nu reeds uitvoering kan
worden gegeven.
De heer SPANIER zegt dat het hem bekend is, dat het Vestzak
theater "De Trapkes" momenteel in financiële moeilijkheden ver
keert, hoofdzakelijk omdat er door het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk nog geen beslissing over subsidiëring
genomen is. Het gevolg hiervan is dat in maart tot gedeeltelijke
sluiting zal moeten worden overgegaan.
Hij vraagt of het college van burgemeester en wethouders bereid is,
indien de mogelijkheden daartoe aanwezig zijn, het Vestzaktheater
uit de impasse te helpen, waarin het geraakt is.
Mevrouw DE BONTE zegt dat haar van de zijde van de bewoners
uit de omgeving van het Brabantpark en de Epelenberg klachten
bereikt hebben over de eerste bushalte aan de Epelenberg. Bij deze
bushalte is het op het ogenblik een zodanige modderpoel dat men echt
niet zonder gevaar in en uit de bus kan stappen. Zij vraagt hieraan
op korte termijn aandacht te besteden en in afwachting van definitieve
voorzieningen reeds thans voorlopige maatregelen te treffen.
Mevrouw DE BONTE vraagt, naar aanleiding van een ingezonden
stuk van een bewoner van Breda-Noord over de speelgelegenheden,
waaraan in deze wijk blijkbaar een ernstig tekort is, te bekijken of
hier op korte termijn wat meer speelvelden kunnen worden aangelegd.
Zij vindt het zeer belangrijk ^ater in een dergelijke grote en kinder
rijke buurt voldoende speelruimte aanwezig is.
De heer BIEMANS constateert dat de dienst van beplantingen onlangs
een serie bomen heeft geplant langs de Ettensebaan en wel juist aan die
zijde waar zij de grootst mogelijke schade aan de tuinbouwprodukten
kunnen toebrengen. Tot overmaat van ramp zijn het ook nog popu
lieren, welke in een paar jaar een heel eind opschieten en een maxi
mum aan schaduw afwerpen.