149 17 APRIL 1969 ad 2.De woningen, hierbedoeld, zijn bestemd voor: a. sloop-, krot- en stadssaneringsgevallen; b. medische gevallen; c. gevallen, waarin door een rechterlijke uitspraak uitzetting uit de woning is bevolen; d. zeer urgente - en urgente woningnoodgevallen. De uitvoering van de werkzaamheden, hieraan verbonden, is opgedragen aan de sociale dienst dezer gemeente. ad 3. De woningen met een huur hoger dan 135, per maand zijn ter verdeling opgedragen aan ae dienst van openbare werken. Hier geldt hetzelfde ten aanzien van de verdeling als omschreven onder 2. Uit het vorenstaande blijkt, dat niet alleen de gemeentelijke sociale dienst belast is met de vereeling van woonruimte, doch eveneens de dienst van openbare werken. Uiteraard kunnen de sociale werksters van de bedrijven, indien zij kennis dragen van huisvestingsmoeilijkheden van gehuwde buitenlandse arbeiders in contact treden met de sociale werksters of met bureau huisvesting van de gemeentelijke sociale dienst. In een aantal concrete gevallen is zulks overigens - en met resultaat - gebeurd. VRAAG. Mevrouw KRENS deelt mede, dat enkele bewoners van de Marter- ring in oktober 1967 een aanvraag voor het kopen van hun woning hebben ingediend. In oktober 1968 werd haar, op aanvraag, door een ambtenaar van de dienst van openbare werken medegedeeld, dat er in 's-Gravenhage stagnatie was ontstaan, maar dat de aanvragers binnen 14 dagen nader bericht zouden ontvangen. Het is nu maart 1969 en betrokkenen hebben nog geen enkel bericht ontvangen. Zij vraagt het college te willen bevorderen dat er spoedig klaarheid in deze zaak komt. ANTWOORD. Inderdaad is een groot aantal aanvragen tot overdracht van woning wetwoningen bij het rijk nog in behandeling. De afdoening daarvan wordt opgehouden omdat: 1. er geen overeenstemming is met het rijk (ministerie van volkshuis vesting en ruimtelijke ordening) voor wat betreft de hoogte van de grondkosten; 2. de bouwkosten van het complex 1250 prontowoningen in Doornbos en Brabantpark nog niet zijn vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 149