153
17 APRIL 1969
7. KREDIET VOOR DE AANLEG VAN PARKEERHAVENS AAN DE
ZUIDZIJDE VAN DE JULI AN ALA AN.
De heer VAN BANNING deelt mede, dat hij de tekening heeft
bekeken en daarbij heeft moeten vaststellen, dat juist ter hoogte van
het kantoor, dat naar zijn mening het meeste bezoek ontvangt, name
lijk, dat van de Koninklijke Heidemaatschappij, geen parkeerhavens
worden aangelegd, noch gepland. Hij heeft aan de Heidemaatschappij
gevraagd, hoeveel bezoekers per dag daar komen, waarop hij ten ant
woord kreeg, dat gemiddeld 10 tot 15 auto's ter plaatse parkeren ter
hoogte van het kantoor aan de Julianalaan 105. Spreker zou dan ook
het college willen verzoeken alsnog in overweging te nemen om ter
plaatse van de Julianalaan 105, 10 7 en 111 parkeerstroken aan te brengen.
Als spreker goed is geïnformeerd zijn gisteren ter plaatse al metingen
verricht, AI maakt één zwaluw geen zomer, toch hoopt spreker in stil
te, dat het college kan mededelen, dat aan zijn wens zal worden vol
daan.
De heer BA YENS zegt, dat, wanneer hij in de stukken leest:
"Langs beide zijden van de Julianalaan is regelmatig een groot aantal
wagens geparkeerdenz.hij dan weet, dat de Julianalaan
loopt vanaf de Michiel de Ruyterstraat tot aan het einde van de Jacob
Catssingel. Maar volgens de tekening worden de parkeerhavens alleen
maar aangelegd vanaf de Graaf Hendrik III laan tot aan de Jacob
Catssingel.
Het lijkt spreker toch ook wel gewenst - misschien is zijn vraag wel
een beetje buiten de orde - dat het gedeelte van de Michiel de Ruyter
straat tot aan de Graaf Hendrik III laan, juist waar de Kamer van Koop
handel ligt en waar dus nogal veel bezoekers komen, die hun auto's
parkeren in de Michiel de Ruyterstraat, die niet zo druk is, ook van
parkeerhavens wordt voorzien, temeer omdat de breedte van het
trottoir het wel zou toelaten.
Wethouder VERMEULEN merkt allereerst op, dat uit hetgeen de
heer van Banning heeft geconstateerd kan blijken dat de zaken niet
altijd zo lang behoeven te duren. Het is inderdaad juist, dat gisteren
ter plaatse nog eens is nagegaan of aldaar de mogelijkheid van het
creëren van parkeerstroken aanwezig isMen Rad aanvankelijk de
gedachte dat de uitritten ter plaatse belemmerend zouden werken,
doch men heeft thans geconstateerd dat dit niet het geval is. Wel
staat ter plaatse een lantaarnpaal, die dan eventueel zou moeten
worden verplaatst.
Spreker meent nu wel bevoegd te zijn om toe te zeggen, dat hiervoor
een oplossing wordt gevonden.
De opmerking van de heer Bayens is inderdaad wel juist, maar zoals
hij zelf reeds veronderstelde, min of meer buiten de orde, omdat in
het onderhavige stuk inderdaad bewust gesproken wordt over het ge
deelte tussen Graaf Hendrik III laas en de brug. Of we in een verdere
fase voor het door de heer Bayens genoemde stuk ook parkeerhavens
kunnen aanleggen, is op het ogenblik niet aan de orde.