155 17 APRIL 1969 Nu zou men kunnen denken, dat spreker - als tegenstemmer tegen troi het voorstel van 14 november 1968 - zich gelukkig zou voelen met zij, deze afloop.Dit is echter allerminst het geval. De gedragslijn van 8 de Drie Hoefijzers en de motivering van het voorstel maken spreker fra( stellig niet gelukkig. De Drie Hoefijzers stellen, dat de gekozen zot exploitatie-opzet te veel risico's inhoudt. In het voorstel van vor burgemeester en wethouders wordt ook gesteld, dat het risico van dat exploitatie de brouwerij achteraf te groot is gebleken. Het is duide- hee lijk, dat iedere volgende gegadigde aan deze overwegingen argumen- beg ten zal ontlenen om nog gunstiger voorwaarden te bedingen dan de of j Drie Hoefijzers reeds hadden gekregen. Het verhuren van de Vishal acht aai] spreker dan ook geen eenvoudige zaak, tenzij het college reeds langer gin de wetenschap had, dat de Drie Hoefijzers van de exploitatie wilden ge afzien, in welk geval wellicht thans een mededeling kan worden ge- aan daan omtrent een binnenkort te verwachten nieuw voorstel. zek Ten slotte zou spreker nog willea opmerken, dat hij op grond van Spr de hem ter beschikking staande - misschien wat summiere - gegevens ziji van mening is, dat het een vreemde zaak is, dat een groot bedrijf te 3 maanden na een - na ampel overleg genomen - besluit van de Da; raad tot de constatering komt, dat van een bepaalde overeenkomst - wo; waartoe het initiatief niet van de gemeente, doch van het bedrijf col zelf is uitgegaan - op grond van de gegeven argumentatie moet nie worden afgezien. Het gaat spreker met name om deze argumentatie. ver Hij vraagt zich af of er niet een andere reden voor de gedragslijn van de Drie Hoefijzers is geweest dan het niet-exploitabel zijn van de Vishal. hee ge-v De heer VAN DER WERFF stelt, dat indertijd - de heer van Banning daa heeft dat zojuist uitvoerig geciteerd - de kosten, van huur en investering de reeds een uitgebreide discussie in de raad hebben uitgelokt. Dit is wel troi een teken, dat hier een probleem gezien werd. voc Naar sprekers mening heeft toen de meerderheid in de raad - met erb uitzondering van de heren van Banning en Woestenberg - dit probleem gut onderkend. Men was dan ook verheugd, dat op déze voorwaarden en tot ondanks die zware investering überhaupt een gegadigde te vinden was. fïn; Die concurrentiestrijd om de Vishal - die zojuist door de heer van 0pZ Banning ter sprake is gebracht - heeft spreker nooit gezien en die wai ziet hij nog niet. Uit de woorden van de heer van Banning beluistert wa; spreker de gedachte, dac er een rits of een trits van gegadigden zou de zijn en dat het college nu de volgende gegadigde maar moet noemen. Hei Spieker heeft de indruk dat het noemen van meerdere gegadigden in de november 1968 ook al onmogelijk was en dat er toen maar éen was, ten die thans - en daar kan spreker begrip voor hebben - afziet van wat en de heer van Banning "hijzonder gunstige voorwaarden" noemt. be\ Het is namelijk niet waar. In dergelijke gevallen is altijd weer de dit vraag - spreker heeft dat indertijd ook betoogd - als na restauratie we( zo'n oud pand in geacheveerde vorm gereed is, als dat bouwsel er lie, weer in zijn oude glorie staat, rijst het probleem: wat moet er mee Ma febeuren? Dat ziet men bij oude molens in Brabant, dat ziet men ook ais ij de Vishal. Dat wil zeggen: - en dit meent spreker oprecht, zoals var

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 155