17 APRIL 1969 158 Misschien zijn sprekers gegevens wat te summier, doch hij blijft het een moeilijke zaak vinden. Tenslotte zou spreker op twee door hem gestelde vragen gaarne een antwoord ontvangen: waarom heeft het zo lang geduurd (van novem ber 1968 tot februari 1969) voordat de huurovereenkomst werd gesloten? En de tweede vraag, waarop de wethouder naar sprekers mening reeds is ingegaan: zijn er meerdere gegadigden voor de Vishal? Heeft het college al plannen en bestaan er al contacten met anderen? De heer VAN DER WERF F zegt zich te verheugen over het feit, dat de wethouder begrip kan hebben voor zijn suggestie om de Vishal wat meer onder de aandacht van het publiek te brengen en het publiek als het ware Vishal-minded te maken. Spreker realiseert zich heel wel, dat er de nodige problemen zijn, doch hij meent, dat juist de Toren- feesten een gerede kans bieden om de Vishal wat meer bekendheid onder het publiek te geven. Wethouder VERMEULEN wil nog even heel in het kort ingaan op hetgeen de heer van Banning in tweede instantie heeft gezegd. De heer van Banning maakt bezwaar tegen de argumentatie van het voorstel, doch het college kon toch geen andere argumentatie aanbieden dan die door de brouwerij werd verschaft? Spreker meent, dat men het college daarvan geen verwijt kan maken. De heer VAN BANNING stelt bij interruptie, dat het hem juist gaat om de argumentatie van de brouwerij. Wethouder VERMEULEN bevestigt, dat het college in zijn voorstel aan de raad de argumentatie heeft gebruikt, die de brouwerij heeft verschaft. Spreker meent, dat het college hierin volkomen eerlijk is geweest. Voorts gaat hij in op de vraag van de heer van Banning omtrent het lange tijdsverloop tussen het raadsbesluit van 14 november 1968 en de definitieve afloop van deze zaak. Dit tijdsverloop is te verklaren uit de procedure die moest worden gevolgd. Het raadsbesluit moest worden goedgekeurd, daarvan moest de andere partij weer op de hoogte worden gesteld, deze andere partij moest zich nog intern beraden, er zullen wellicht verschillen van me ning zijn geweest enz. Spreker verzekert, datr alles in aanmerking genomen - de tijd van november 1968 tot februari 1969 niet te lang geweest is. Deze zaken kunnen nu eenmaal niet geforceerd worden. Spreker beklemtoont nogmaals, dat ook het college betreurt dat de zaak niet doorgaat, temeer omdat het bericht hieromtrent niet is binnengekomen voordat al het werk ter voorbereiding is verricht. Daarvan kan men spijt hebben, doch men kan hierop niet terugkomen. Wat het aantal gegadigden betreft, heeft spreker al in eerste instantie medegedeeld, dat er op het ogenblik hem geen mensen bekend zijn, die de Vishal zouden willen huren. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 158