164
17 APRIL 1969
in de wijk Heusdenhout niet doenlijk de afstand naar de Beverweg
te lopen, waarbij bovendien een gevaarlijke weg moet worden over
gestoken. Het zal er dus op neerkomen, dat een bepaalde groep van
een kleuterschool, die toch nodig is, blijft verstoken. Spreekster zou
het college willen vragen te overwegen om in de wijk Heusdenhout.
al was het maar in één lokaal, een Kleuterschooltje te beginnen,
desnoods als dépendance van de school aan de Beverweg. Zij hoopt
en vertrouwt, dat het college de ontwikkeling van het onderwijs in
alle nieuwe wijken op de voet zal volgen en aan de raad het stich
ten van scholen zal voorstellen, die volgens de gegevens, de werke
lijke gegevens, nodig zullen blijken.
De heer KRAMER zegt, dat hij en zijn fractie de nota een goed,
zakelijk en nuchter stuk vinden. Zijn fractie is het ermede eens,
hetgeen tevens inhoudt, dat spreker de waardering van zijn fractie
voor het stuk wil uitspreken. Het lijkt hem een voorbeeld van goede
samenwerking tussen verschillende afdelingen en - zo men wil -
diensten, welke samenwerking het onderwijs ten goede zal kunnen
komen. Toch zijn de verstrekte gegevens enigszins betrekkelijk;
bijsturen is al nodig gebleken. Ook nu zal weer een voorzichtig
beleid moeten worden gevoerd, want over b.v. twee jaar liggen de
cijfers denkelijk weer anders. Dit zal wel altijd zo zijn, doch men
moet toch ergens van uitgaan en daarvoor zijn de thans verstrekte ge
gevens zeer nuttig. Spreker's fractie kan op dit moment met de cijfers
instemmen en heeft er geen moeilijkheden mee. Spreker heeft het
volste vertrouwen in het college.
Wethouder EROEDERS stelt, dat uit de gehouden betogen blijkt,
dat men in het algemeen met het beleid van net college ter zake
van het onderhavige vraagstuk instemt. Hij kan zich aansluiten bij de
heer Kramer, wanneer deze zegt, dat de geproduceerde cijfers be
trekkelijk zijn. Thans blijkt al, dat de cijfers van thans voor een stuk
anders liggen dan de cijfers, die voorheen werden gepubliceerd. De
heer Kramer heeft daarin volkomen gelijk en spreker realiseert zich
heel wel, dat het college over enkele jaren wederom met andere cij
fers zal moeten komen. Naar sprekers mening behoren veranderingen
tot het leven, dat zelf veranderlijk is. Daarom is het zaak die veran
deringen te signaleren. Spreker zou van een slecht bestuur willen spreken,
wanneer het de wijzigingen niet signaleert en daarmede geen rekening
houdt. Besturen is vooruitzien en daarom moet op een verantwoorde
wijze de toekomst verkend worden, waarbij één ding vast staat; dat
men het nooit geheel precies zal weten. Wel moet getracht worden de
toekomst op een redelijke wijze te benaderen. De heer van der Werff
heeft gesproken van een verantwoord richtsnoer, spreker zou het een
gegeven willen noemen, Het college wil deze cijfers, die zo objec
tief mogelijk zijn vastgesteld, - waarvoor de heer van der Werff zijn
waardering heeft uitgesproken - beschouwen als een objectieve prognose.
De heer van der Werff heeft misschien gelijk, wanneer hij opmerkt,
dat het verschil met de vroegere cijfers had moeten worden aangegeven,
doch spreker heeft de indruk, dat dit niet zo heel hard nodig is.