17 APRIL 1969
166
Of dat een openbare dan wel een bijzonder neutrale school zal zijn,
hierover zal nog overleg gevoerd moeten worden. Aan de qndere kant
heeft spreker begrepen, dat mevrouw de Bonte een uitbreiding van een
6-klassige school niet wenselijk acht. Spreker kan dit standpunt wel
volgen, maar de stichting van een nieuwe 4-klassige school is ook een
riskante zaak. Spreker gelooft, dat dit ook niet de juiste oplossing
zal zijn. Dat betekent, dat uit twee kwaden de minst kwade moet
worden gekozen. Het college voelt niet veel voor het stichten van een
4-klassige school, wanneer de behoefte maar tot 4 lokalen beperkt
zou blijven. Bovendien is het college van mening, dat de tweede
openbare school in de Hoge Vucht nog ruimte biedt om het grootste
deel van de betrokken leerlingen op te vangen. Voorts meent spreker,
dat toch duidelijk is, dat het college voornemens is de ontwikkeling
in zijn totaliteit te volgen, zodat een zo goed mogelijke beslissing
kan worden genomen.
Met betrekking tot Heusdenhout heeft mevrouw de Bonte gezegd, dat
de afstand te groot is; hierin heeft zij waarschijnlijk gelijk. Het is
een vraagstuk, waaraan spreker aandacht zal schenken. Vooral wat
betreft het kleuteronderwijs ligt dit zeer moeilijk. Het is bekend,
dat men op dit moment wat moeilijker tegenover kleine kleuterscholen
staat. Dit is ook gebleken uit gesprekken met het departement over
de opzet van het kleuteronderwijs. Ook het stichten van een dépen
dance stuit op moeilijkheden. Spreker zegt toe, dat dit aspect zijn
aandacht zal hebben.
Vervolgens komt spreker tot behandeling van het probleem, dat de
heer de Gijsel heeft aangesneden. De kwestie komt erop neer, dat aan
de ene kant de definitieve behoefte aan kleuterscholen een bepaalde
hoogte heeft en dat aan de andere zijde de tijdelijke behoefte een
duidelijke piek vertoont, omdat op dit moment een grote behoefte
bestaat aan lokalen voor het kleuteronderwijs. De vraag is, of er aan
de momentele grote behoefte iets te doen is. Spreker heeft dit voor
zichzelf eens laten nagaan en is tot een bepaalde opzet gekomen. De
tijdelijke behoefte in de wijk Geereri is 7 tot 8 lokalen, de definitieve
behoefte is 5 tot 6. Daar zijn op dit moment beschikbaar 7 lokalen
voor kleuteronderwijs. In de Biesdonk is de definitieve behoefte 5
tot 6 lokalen, de tijdelijke behoefte is maximaal 8 tot 9 lokalen.
Daar zijn op dit moment beschikbaar 8 klaslokalen en 1 speellokaal.
In een eventuele noodsituatie zal van dit speellokaal een werklokaal
kunnen worden gemaakt. Spreker meent, dat voor zover titans te over
zien de behoefte hiermede redelijk kan worden opgevangen. Zouden
zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen, dan kan hierover
natuurlijk altijd gepraat worden. In de Wisselaar is volgens het rapport
de definitieve behoefte 4 lokalen, de tijdelijke behoefte 7 tot 8 loka
len. Daar ziet men een vrij belangrijk verschil. Op het ogenblik zijn
er beschikbaar 4 klaslokalen en 2 speellokalen, zodat ook daar een
aanpassing zal kunnen plaatsvinden van speellokalen in klaslokalen.
Spreker moet erbij zeggen, dat die behoefte aan 7 tot 8 lokalen in de
tijdelijke situatie zich eerst zal voordoen in 1972, omdat de tijdelijke
behoefte in 1970/1971 6 tot 7 lokalen zal zijn., o