189 22 MEI 1969 De wens naar het buiten de stad wonen leeft ongetwijfeld bij vele men sen en voor die wens wordt vaak compensatie gevonden in het verblijf in de vrije natuur gedurende de weekends. Indien de overheid niet regulerend zou optreden, zegt spreker, zouden de mooiste delen van onze streek al gauw bedekt zijn met "suburbs". Dit zou het einde zijn van de betekenis van die gebieden voor de re creatie en dit moet worden voorkomen. Daarnaast heeft de vlucht naar de "suburbs" een zeer nadelige invloed op de ontwikkeling van de steden, omdat desintegratie van de steden hiervan het onvermijdelijke gevolg is. De fatale ontwikkeling in de Verenigde Staten toont dit duidelijk aan. De voorgestelde versnelde ontwikkeling van ons gewest steunt op twee peilers namelijk Reimers- waal en Moerdijk, Spreker zegt zich te willen beperken tot de beteke nis van Moerdijk. Over de geplande industriegebieden is reeds veel en vaak in afwijkende zin gesproken en geschreven. Aan de hand van cij fers heeft men aangetoond, dat de directe betekenis van Moerdijk voor de werkgelegenheid van ondergeschikt belang is, zoals trouwens de ge hele industrie van afnemende betekenis voor de werkgelegenheid zou zijn. Volgens die opvattingen zou men zich meer moeten richten op de dienstensector, omdat deze tak van bedrijvigheid geen schoorstenen nodig heeft die het landschap ontsieren en ook de lucht en het water niet verontreinigt. Daarnaast is het een bewezen feit, dat de industrie van afnemende en de dienstensector van toenemende betekenis voor de werkgelegenheid is. De industrie ondergaat hetzelfde lot als de agra rische sector, die voor de werkgelegenheid eveneens nog maar van on dergeschikt belang is. Als toekomstverwachting acht spreker deze op vattingen zeker juist en daarmee zal men op lange termijn zeker re kening dienen te houden. Een vraag is echter of dit beeld klopt met de economische werkelijkheid van vandaag. Het antwoord op die vraag is dan ontkennend. De fout, die in deze redenering gemaakt wordt, zegt spreker is namelijk dat men industrie en dienstensector als alternatieven voorstelt, terwijl in feite de dienstensector een afgeleide is van de in dustrie. Alleen in de economisch hoog-ontwikkelde landen ziet men een sterke groei van de dienstensector. Op dit verschijnsel berusten de schat tingen, die de toekomstige betekenis van deze sector voor de werkgele genheid aantonen. De dienstensector wordt gevoed uit twee bronnen namelijk de industrie en de toename van de algemene welvaart. Zonder industrie valt de bodem onder de dienstensector weg, omdat een stilstand in de industriële ontwikkeling ook de welvaart aantast. Terecht heeft het college van gedeputeerde staten onderkend, dat uit bouw van de industriële en de dienstensector beide noodzakelijk is. Beide sectoren beïnvloeden elkaar en het achterblijven van één van deze twee sectoren heeft een nadelige invloed op de andere. Het Moerdijkcomplex is ook voor de dienstensector van enorme beteke nis, zegt spreker, nu al in verband met de grote investeringen, die daar gedaan zullen worden en straks als de bedrijven in produktie zijn als afnemer van allerhande diensten. Daarnaast heeft de petro-chemische industrie een enorme invloed op de andere takken van de industrie, enerzijds als leverancier van grondstoffen en anderzijds als afnemer van materialen en produktiemiddelen. Het aantal arbeidsplaatsen van dit industriecomplex mag dan relatief gering zijn, de invloed op de algehele werkgelegenheidssituatie zal ongetwijfeld zeer groot zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 189