22 MEI 1969 194 Het stemt hem tot voldoening dat dit deel van de provincie bij gedeputeerde staten prioriteit heeit gekregen ten aanzien van de samenstelling van het globale streekplan, hetgeen overigens mee bepaald wordt door de structurele veranderingen in het Deltage bied en de ontwikkelingen in het Zekluzagebied namelijk het Moerdijkobject, Hoewel een streekplan als het onderhavige uiter aard een enorme voorbereiding vereist, mag naar zijn mening toch wel de kritische opmerkingerf worden geplaatst, dat sedert het ver schijnen van de 2e nota ruimtelijke ordening en de welvaartsbalans van het ontwikkelingsplan 1965 enkele jaren zijn verstreKen, ter wijl toch de 2e nota ruimtelijke ordening de Brabantse stedenrug kwantificeert als een 2e stedelijk zwaartepunt in Nederland. Hoe het ook zij het voorontwerp streekplan ligt thans ter discussie en hij hoopt dat de officiële procedure spoediger een aanvang zal kunnen nemen en dat die, na de discussies die nu toch allerwege op gang zijn gekomen en waarmede gedeputeerde staten ongetwij feld hun voordeel zullen doen, bekort zal kunnen worden. De keu ze, die door gedeputeerde staten is gemaakt uit de alternatieve mogelijkheden spreekt hem wel aan, omdat hier drie ontwikkelings- zönes zijn ontworpen, die historisch en functioneel verantwoord zijn. Zich bepalend tot de hoofdzöne, het gebied waarin Breda als centrum een belangrijke plaats gaat innemen, meent spreker te mogen stellen, dat de visie wélke hierin tot uiting wordt ge bracht volkomen overeenstemt met de standpunten welke in deze raad reeds bij de begrotingsbehandeling 1965 en mogelijk al eerder door alle fracties min of meer genuanceerd werden uitgesproken, In de door het college uitgebrachte nota inzake de grondslagen van het beleid op lange termijn, welke bij de begrotingsbehandeling 1968 uitvoerig werd besproken, werd ook toen duidelijk de grote verantwoordelijkheid naar voren gebracht, welke aan Breda voor zich zelf als gemeente, maar ook met name voor de regio wordt gesteld. Ook bij die gelegenheid is door hem uitvoerig gesproken over de centrale functie van Breda op het gebied van leven, wonen en werken. Ten aanzien van de woonfunctie voor wat Breda zelf betreft is herhaaldelijk en duidelijk aangetoond, dat Breda op eigen gebied praktisch geen enkele gelegenheid meer heeft om tot de ge wenste en noodzakelijke woningproduktie te komen. Het plan Princenhage-West, dat straks aan de orde komt, heeft slechts de mogelijkheid van circa 1200 woningen en dat is dan ook alles. Dat betekent, dat Breda op dit gebied over een jaar volkomen vast zal zitten. Op het ogenblik worden alle terreinen in het stedelijk ge bied al uitgezocht waaraan dan met artikel 20 van de wederopbouw- wet een bestemming kan worden gegeven. Het pas door de gemeente Prinsenbeek goedgekeurde bestemmingsplan Haagse Beemden dient in een snel tempo tot uitvoering te komen, wil de woonfunctie, welke Breda is toebedeeld, mede in het kader van het Moerdijk object behoorlijk tot zijn recht komen. Maar ook dan is de capa citeit voor het betreffende woongebied pas voor de eerste fase ge dekt. Het komt spreker voor, dat zowel ten aanzien van de infra structuur als ten aanzien van de woon- en werkgebieden structuur plannen dienen te worden ontworpen geënt op dit streekplan voor de gehele ontwikkelingszone.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 194