22 MEI 1969 196 Men loopt er wat vluchtig overeen, zo in de trant van: nou ja, dat komt heus wel goed. Ook dat maakt haar soms wat angstig, omdat al deze zaken naar haar mening niet bijdragen tot een betere toekomst voor al die mensen, die straks in dit gebied moe ten leven. Men zal dan ook bijzonder veel aandacht moeten schenken aan datgene, wat de mensen zelf willen. Anders loopt men het gevaar, dat men een gladde, onpersoon lijke massa-mens krijgt, die met duizenden andere mensen pre cies hetzelfde levenspatroon krijgt voorgeschoteld. Men moet dit met alle middelen zien te voorkomen, hoe ambitieus en nood zakelijk dit streekplan ook is. Tot slot zegt spreekster, dat zij er behoefte aan had dit onder de aandacht van het college te brengen. De heer VON SCHMID zegt, dat het voorontwerp streekplan voor West-Brabant een machtig perspectief geeft van de toekom stige ontwikkeling van 'het westen van onze provincie. Het is fascinerend om te lezen hoe stormachtig in veel opzichten de evolutie zal zijn. Geen wonder anderzijds weer als men bedenkt hoe dit deel van Noord-Brabant reeds op grond van autonome ont wikkelingstendensen steeds geweldiger aan het uitgroeien is, maar bovendien gelegen is in de zuigkracht van wat dan genoemd wordt het "spanningsveld" tussen aan de ene kant de Randstad Holland met als uitwaaiende invloedsfeer speciaal Rotterdam en aan de andere kant het commercieel en industrieel naar het noorden ten derende Antwerpen. West-LuaDant zal steeds meer een integrerend deel gaan uitmaken van het deltagebied, dat ook in vroeger eeuwen zo'n belangrijke economische rol speelde in de economie van Noord-, West-, ja van heel Europa. Het is daarom zeer toe te juichen, zegt spreker en dan sluit hij zich helemaal aan bij de andere sprekers, dat men de ontwikkeling en de toekomstige groei van deze streek aan een prognose wil on derwerpen om ze een zodanige richting te geven, dat datgene wat West-Brabant te bieden heeft maximaal tot zijn recht zal komen, daarbij, gelukkig, evenzeer rekening houdend met de blijvende leefbaarheid en de instandhouding en uitbreiding van de recreatie ve mogelijkheden van het westen der provincie. Voor ons nog interessanter is de centrale positie, die Breda moet geen vervullen in dat dynamische geheel. Breda is nu eenmaal het belangrijkste onderdeel van de in het rapport genoemde stedenrij, die in de landelijke hiërarchie, nS. de Randstad Holland als tweede geno teerd staat. Onze stad heeft uiteraard haar eigen autonome groei, die niet gering is en die haar nu al de status geeft van het gewes telijk centrum. Daarnaast zal Breda vooral tot taak krijgen de "overflow" van Rotterdam op te vangen, zeker nu er een brugge- hoofd wordt geslagen in de vorm van het Moerdijk-project. Om al deze redenen, zo staat er in het voorontwerp, moet er een maximale uitbouw van Breda als gewestelijk centrum gerealiseerd worden. Er worden in dat verband voorspellingen gedaan over het toekomstige bevolkingsaantal, die er niet om liegen, al zal de grote groei zich pas in de voorziene tweede fase gaan voltrekken, dus tussen 1980 en 1990.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 196