22 MEI 1969
206
De heer VAN BANNING zegt, dat zijn fractievoorzitter
zich al per helikopter in de lucht heeft begeven. Hij zou de
raad in gedachten willen meevoeren naar het vliegveld Woens-
drecht, want er staat in het streekplan, dat dit vliegveld een
regionale functie gaat krijgen voor de burgerluchtvaart. De
minister van verkeer en waterstaat is op 8 mei j. 1. hier in de
omgeving geweest en die heeft een gesprek gehad over de toe
komstmogelijkheden van Woensdrecht. In dit verband zou spre
ker graag een nauwkeurige raming willen hebben van de inves
teringen, die nodig zijn voor de exploitatie van dat veld. Hij
meent, dat dit een belangrijke vraag is, waarop hij het college
wil attenderen bij eventuele besprekingen daarover. De minis
ter heeft ook gezegd, dat hij zeer benieuwd is naar de financiële
inbreng van belanghebbenden in de streek en in de provincie.
De VOORZITTER antwoordt aan de heer van der Werff, dat
het ETI-rapport eind van dit jaar of begin volgend jaar verwacht
mag worden. Ten aanzien van de opmerkingen over het struc
tuurplan wil hij nog eens herhalen, dat een structuurplan door
de gemeenten kan worden gemaakt, doch dat het alleen maar
betrekking kan hebben op het gebied binnen die gemeenten.
De tweede mogelijkheid om een structuurplan te maken is in
overleg met andere gemeenten.
Nu kan Breda een structuurplan maken voor het gebied binnen
zijn grenzen en het is vanzelfsprekend duidelijk, dat bij het
maken van een dergelijk structuurplan rekening zal moeten en
kunnen worden gehouden met hetgeen in de toekomst met de
grenzen van Breda zal kunnen gebeuren.
Aan het adres van de heer van Banning zegt spreker dat Breda
ook betrokken is bij het overleg met de N.V. Aero Woensdrecht
waarbij de toekomst van Woensdrecht in discussie is. De haal
baarheid van Woensdrecht is mede afhankelijk van alles wat er
zich op Schiphol voltrekt en met name van de houding van de
KLM. De minister heeft zich vrij positief over Woensdrecht
uitgesproken.
Ten aanzien van hetgeen de heer Spanjer over de sub-urbanisa
tie heeft gezegd, zegt spreker, dat hij daarover met hem niet
van mening verschilt. Hij gelooft, dat het juist is, zoals het
door de heer Spanjer is gesteld.
Aan de heer Woestenberg antwoordt spreker, dat er door het
college niets ondernomen is om tot een gezamenlijke raadsver
gadering te komen en dat daarvoor naar zijn mening ook geen
enkele reden aanwezig is. Dit wil geenszins zeggen, dat er
geen overleg zal worden gepleegd.
Met de heer von Schmid is spreker het er wel over eens, dat er
nu van een stad als Breda initiatieven verwacht mogen worden.
Over de woningdifferentiatie zou wethouder Vermeulen beter
iets kunnen zeggen. De heer von Schmid heeft gezegd, dat
Breda-Noord een indruk maakt van minder leefbaarheid. Spre
ker gelooft dat men dat anders moet zien. Zo'n wijk is in ont
wikkeling en uiteraard zijn er vooral in het begin moeilijkheden
o.a. met betrekking tot de variatie in de woningen.